Lemmer - dorp in Friesland
Lemmer
Lemmer is een groot dorp, een vlekke met stedelijke allure en veruit de grootste nederzetting van de gemeente, waar het altijd de hoofdplaats van is geweest. De nederzetting is ontstaan bij een flauwe baai van de voormalige Zuiderzee. Dat gebeurde in de vroege Middeleeuwen bij de uitgang van de Lemsterrijn en de Zijlroede. Het ontwikkelde zich in de 16de en vooral 17de eeuw tot een belangrijke havenplaats. De structuur werd daarbij bepaald door de lange, nagenoeg parallel aan de kust verlopende Zijlroede – waarvoor een binnenhaven werd gemaakt – en de haaks daarop staande Lemsterrijn.
Vooral aan de Zijlroede ontwikkelde zich een gevarieerde bebouwing van representatieve woonhuizen en bedrijfsgebouwen. In 1887 is een buitenhaven met sluizencomplex aangelegd waarbij tevens een havenachtige verbinding werd gemaakt met de Lemsterrijn. Het indrukwekkende sluiscomplex werd ontworpen door S.J. Vermaas, hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat. Het sluiswachterhuis en peilschaalhuisje op de sluishoofden en de dienstwoningen op de wal, alle in neorenaissancestijl, vormen met de sluizen een indrukwekkend en tegelijk sierlijk ensemble. Sluis en havens gaven de plaats een stevige impuls. De visserij werd belangrijk en ook visverwerkende bedrijven werden gesticht. Spoedig werd Lemmer als knooppunt in het verkeer over water naar Amsterdam belangrijk en het kreeg een tramverbinding met het Friese achterland.
Bij de binnenhaven en de Zijlroede staan de meeste monumentale gebouwen. Daarvan vormt de hervormde kerk het hoogtepunt. De kerk staat wat scheef in een schilderachtige positie nabij de flauwe bocht in de Zijlroede. Het is een zaalkerk uit 1716 die een oudere kerk uit de 16de eeuw verving. Zij heeft een driezijdige sluiting en aan de noordzijde is in 1759 een dwarsbeuk aangebouwd die ook driezijdig is gesloten. De toren is in de westelijke partij van de kerk verwerkt en hij heeft een achtzijdige houten lantaarn met daarop een opengewerkt paviljoen met koepel. Inwendig is het houten tongewelf versierd met een geschilderde voorstelling van de sterrenhemel, vogels en wolken. De barokke preekstoel is van Gerben Nauta (1745). Lemmer heeft nog twee kerktorens.
Aan de oostkant rijst aan de Schans de roomskatholieke neogotische Willibrorduskerk op. De kerk – met door meubels en glas-in-lood rijk interieur – en toren zijn in 1897-1901 gebouwd naar ontwerp van de uit Sneek afkomstige Nicolaas Molenaar. In het noorden staat aan de Nieuwburen – de entree van Lemmer met veel representatieve bebouwing – de in 1889 naar ontwerp van de uit Gorredijk afkomstige Tjeerd Kuipers gebouwde gereformeerde kerk. Molenaar en Kuipers waren specialisten die elk voor hun kerkgenootschap overal in Nederland kerken ontwierpen.
De dorpsuitbreidingen vonden vanaf de jaren dertig vooral ten noorden van de Zijlroede plaats. Vanaf de jaren zestig ook in het oosten en aan de andere kant van het restant van de Lemsterrijn zelfs het zuidoosten, buiten de vroegere zeedijk. Nadat de Zuiderzee met de Afsluitdijk getemd was, ging de betekenis van de visserij achteruit zonder geheel te verdwijnen. Industrie kwam ervoor in de plaats met onlangs een aanzienlijke scheepswerf. Ook het toerisme van water- en kustrecreatie bloeide na de oorlog op en kreeg de afgelopen decennia een nieuwe impuls, omdat de waterrecreatie zich uitbreidde naar het IJsselmeer. Ten westen van de havens is een strand aangelegd dat ’s zomers druk wordt bezocht. Aan de westzijde kwamen niet alleen uitbreidingen van woonwijken, maar ook uitgestrekte jachthavens en recreatienederzettingen.
Ten westen van Lemmer staat over het stroomkanaal het D.F. Woudagemaal, het grootste stoomgemaal ter wereld. Het is op de werelderfgoedlijst van de Unesco geplaatst. Het stoomgemaal is in 1917/’18 gebouwd naar plannen van de hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat, de naamgever. De lange machinehal in verzorgde, rationalistische architectuur staat op de waterkering met acht tunnels. Haaks hierop staat het ketelhuis waarin de koleninstallatie is vervangen door oliestook. Daarbij rijst de schoorsteenpijp op die zowel op het land als vanaf het IJsselmeer een karakteristiek baken is. De machinerie in werking zien is verbazingwekkend: wat suizen en tikken is alles wat de gigantische centrifugaalpompen met hun vliegwielen laten horen.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel
NLP: Beleef Friesland