Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.
Noard 5: woonhuis
Dicht bij het marktplein, aan de hoofdstraat van Workum ligt het pand Noard 5. De hoofdstraat van Workum bestaat uit twee huizenrijen aan weerszijden van de in 1875 gedempte Wijmerts, die in verbinding stond met de Zuiderzee. De bewonersgeschiedenis van het huis is niet verder bekend dan 1749. De gevelsteen geeft echter aan dat het in 1663 gebouwd is. In 1792 werd het huis verkocht aan Daniel Bonifatius de Haer,die sinds 1785 eigenaar van het buurpand Noard 3 was. Hij gebruikte Noard 5 als koetshuis, stal en knechtenwoning bij zijn woonhuis, hetgeen met een ingrijpende verbouwing gepaard ging. Tot 1933 was het pand in gebruik als koetshuis.
De gevel vertoont een merkwaardige combinatie van een trapgevel en een gevelindeling door middel van pilasters. De pilasters zijn zeer rijk gedecoreerd met gebeeldhouwde festoenen welke geleverd werden door een beeldhouwer uit Leeuwarden. In 1792 werden grote staldeuren in de gevel geplaatst die tijdens de restauratie van 1985 weer werden verwijderd. De middelste pilasters werden aangeheeld maar niet voorzien van beeldhouwwerk zodat het verschil tussen oud en nieuw zichtbaar is.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Jan Lafeber
Duinkersoord 33: reddingboothuis
Het reddingboothuis van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij staat vlak voor de laatste duinenrij ten noorden van het dorp Oost-Vlieland. Vanaf de oprichting van de maatschappij in 1825 was er een reddingboot op Vlieland gestationeerd in een loods in het dorp. Bij alarm moest een soms vier uur durende tocht met slede en vier paarden naar het strand worden afgelegd. Hier kwam in 1894 (zie gevelsteen) verandering in door de bouw van een nieuwe loods.
Het gebouw is opgetrokken in baksteen onder een ver overstekend zadeldak met Friese pannen. De voor- en achtergevel bezitten dubbele deuren onder een brede toog in twee kleuren metselwerk met daarboven een band die bedoeld was voor een gevelopschrift en een achthoekig bovenlicht. De daklijst is aan alle zijden voorzien van een zaagtand hetgeen, in combinatie met het overstekende dak, aan het geheel een chaletachtig voorkomen verschaft.
Het interieur was één grote ruimte. Een paar houten wanden scheidden de kleedruimte en het toilet voor de bemanning af. Een zolder boven de loods was voor de opslag van materialen. Tegenwoordig is er een kunstenaarsatelier en woning in gevestigd.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Dorpsstraat 99: woonhuis
Dit in 1575 gebouwde huis werd in 1596 overgedragen aan de Admiraliteiten van Amsterdam en het Noorderkwartier. Volgens overlevering verbleven beroemde zeehelden als Maarten Harpertsz en Cornelis Tromp hier wanneer de oorlogsvloot aan de rede van Vlieland voor anker lag. Door de aanleg van het Noord-Hollands kanaal en de stichting van Den Helder als marinebasis verloor Vlieland haar betekenis voor de scheepvaart. In 1830 werd het ‘Landshuis' dan ook door de marine afgestoten en in gebruik genomen als woonhuis.
In 1896 brak een nieuwe episode aan toen de schilderes Betzy Berg, leerlinge van de zeeschilder H.W. Mesdag, het huis betrok en omdoopte in ‘Tromp's Huys'. In de tuin liet zij een atelier bouwen met uitzicht op zee. Na haar dood in 1922 werd het een woonhuismuseum waar men haar werk kon bewonderen. De collectie is tegenwoordig uitgebreid met historische voorwerpen en maritieme kaarten. In 2001 droeg de gemeente Vlieland het Tromp's Huys over aan Vereniging Hendrick de Keyser, samen met het voormalig Raadhuis (Dorpsstraat 148) en de reddingbootschuur (Duinkersoord 33).
Het gebouw had al in de 17de eeuw een behoorlijke omvang gezien het feit dat er drie stookplaatsen waren. Bij de restauratie van 1958 werd, ten behoeve van de museale functie, de tussenkamer voorzien van tegeltableau's, een hangschouw en een bedsteewand. De voorkamer bezit een zeer fraaie wandbetimmering met pilasters en alkoofnis voor een bed.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Dorpsstraat 148: raadhuis
In 1855 werd het oude raadhuis uit 1598 vervangen door een nieuw gebouwtje. Van een welvarende gemeenschap van 4000 personen in de zeventiende eeuw, waren er in de negentiende eeuw slechts 500 inwoners over. Vlieland had toen zijn betekenis voor de internationale scheepvaart verloren door verzanding van het zeegat en de aanleg van het Noord-Hollands kanaal. Twee gevelstenen herinneren aan het oude raadhuis: een jaartalsteen (1598) en het gemeentewapen (een loodsboot in volle zee).
Het nieuwe raadhuis kreeg een dwarsgeplaatst schilddak, hoekschoorstenen en een klokkentoren afgedekt met een markante houten pet. Links van de entree bevond zich de burgemeesterskamer en rechts de raadzaal. In 1899 werd pal naast het raadhuis een dorpsschool gebouwd die inwendig met het raadhuis werd verbonden.
In 2004 werd de binnenzijde van het gebouw geheel gerestaureerd en de raadzaal, die nog steeds dienst doet als trouwlocatie, zoveel mogelijk teruggebracht naar de oorspronkelijke toestand. De witmarmeren schouw was bewaard en lag gedemonteerd op zolder.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Vallaat 22: woonhuis
De geschiedenis van Vallaat 22 is 260 jaar verbonden geweest met de familie Kingma. De Makkumer schipper, reder, fabrikant en koopman Hylke Jans Kingma legde de basis van diverse bedrijven en het familievermogen. In 1748 bouwde hij het huis aan de Vallaat, waarschijnlijk met behoud van delen van een zeventiende eeuws woonhuis. Het huis kreeg een getrapte halsgevel met sierlijke ornamenten in natuursteen, in een ‘Friese variant' van de toen achttiende eeuwse Lodewijk XIV-stijl. Op de zolder van het huis werd een zeilmakerij ingericht, die later verplaatst werd naar een pakhuis. In 1773 en 1839 volgden ingrijpende verbouwingen van het huis en interieur.
Het huis werd bewoond door diverse generaties Kingma, tot het in 1951 overging naar Kingma's Bank. De bank, opgericht in 1869 als ‘kassierbureau van de Gebroeders Kingma', verbond het huis met buurpand Vallaat 20. Ook Vallaat 18 behoorde tot de firma. In 1952-1953 werd een restauratie en verbouwing uitgevoerd. Er werden historische bouwfragmenten, waaronder een 18de-eeuwse bedstedewand met porseleinkast, uit andere huizen ingebracht en het pand werd ingericht als deftig bankkantoor. Midden in Vallaat 22 werd een brandvrije bankruimte gebouwd en in de kelder kwam een betonnen kluis. De bank bleef in het huis gevestigd tot 1986 toen het in gebruik werd genomen als bestuurshuis van de Stichting Monumenten Makkum.
Eind 2009 kwam het huis in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser. Een restauratie is in voorbereiding. De betonnen kluis en de bankruimte in het huis zorgen voor bouwkundige problemen. Zo rusten de eeuwenoude balklagen op de zware kluis die het huis doet zakken. Ook is het houtwerk van de balklagen aangetast.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Jan Lafeber
Turfmarkt 5: woonhuis
In de dorpskern van Makkum staat, tegenover de oude waag, het pand Turfmarkt 5. Het huis heeft een rijk behandelde lijstgevel uit het midden van de negentiende eeuw. Typisch voor Friesland is het driehoekige dakschild aan de voorzijde, dat wordt bekroond door een gemetselde schoorsteen. Achter de ngentiende eeuwse voorgevel gaat een zeventiende eeuws huis schuil.
Het pand werd gebouwd in 1669 en in 1699 gekocht door Freerk Jansz Tichelaar en zijn vrouw Jouwer Ymes Kalkbrander. Zij legden hier de basis voor de beroemde Makkummer aardewerk- en tegelfabriek van Tichelaar. De wanden werden in de loop der tijd door de Tichelaars voorzien van geschilderde tegeltableaus en decortegels uit eigen bedrijf, uit verschillende perioden. Hierdoor groeide het huis uit tot één van de rijkst betegelde woonhuisinterieurs van Nederland.
In de achttiende eeuw werd het bedrijf uitgebreid door het buurhuis, Turfmarkt 7, erbij te kopen. Aanvankelijk was dit het magazijn voor lood en tin, stoffen die gebruikt werden voor het kleuren van de tegels. Gaandeweg werd de feitelijke productie overgebracht naar een fabrieksterrein in Makkum. Nadat de huizen waren losgekocht van het bedrijf werden ze begin jaren '90 geheel gerestaureerd in opdracht van dhr P.J. Tichelaar.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Jan Lafeber
Sint Jacobstraat 13: woonhuis met winkel
Dit monumentale huis aan een van de voornaamste straten van Leeuwarden werd in 1638 gebouwd voor de boekdrukker Dirck Albertsz uit Deventer. In het fries boven de winkelpui staan voorstellingen van het boekmakersambacht.
In 1705 werd het huis gekocht door Hendrick Frieswijck, vanaf 1722 burgemeester van Leeuwarden. Hij bracht zijn wapenschild aan boven de ingang en liet het huis inwendig verfraaien tot een van de deftigste huizen van de stad, wat nog is af te lezen aan het fraaie portaal tussen hal en gang. Vanaf het midden van de 19de eeuw was een bakkerij in het pand gevestigd en was het huis weer een bedrijfspand.
De rijk gedetailleerde gevel is verwant aan gevels in Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen van omstreeks 1620 in de late renaissancestijl, de stijl van de stadsbouwmeester Hendrick de Keyser. Karakteristiek zijn de gekoppelde bogen gedragen door enkele en dubbele pilasters en de beeldhouwwerkjes in de boogvelden boven de vensters.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Grote Hoogstraat 14: woonhuis 'De Fette Os'
In de zestiende eeuw vestigden zich voornamelijk middenstanders in deze straat, waaronder veel vleeshouwers die hun waar verhandelden in het nabijgelegen vleeshuis aan de Eewal. Volgens het stadsarchief stond in 1586 op deze plek een bedrijfsruimte van een vleeshouwer en ook in 1703 woonde hier een slager. Het bouwjaar 1664 laat onvermeld welke persoon het huis bewoonde, maar aannemelijk is dat het ook toen een vleeshouwer was. Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw woonden er voornamelijk bakkers, waarna het in de negentiende eeuw door verschillende beroepsgroepen werd gebruikt.
Op de begane grond was de kamer door een insteekvloer plaatselijk verdeeld in twee lagen. Daardoor had het achterhuis twee niveaus. Tegen de achtergevel lagen boven elkaar twee stookplaatsen. In het voorhuis was aan de linkerzijde een kleine zijkamer afgescheiden met een hangkamertje. Hier zat een extra venster, waarvan de geblokte ontlastingsboog bewaard is gebleven. De tussenwand bestond uit een rijk gedecoreerde bedsteewand die bij de restauratie als kolenhok op zolder werd aangetroffen en weer is teruggeplaatst.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Eegracht 31: woonhuis
Dit huis aan de Eegracht werd in 1669 gebouwd als woonhuis. Over het gebruik is pas vanaf de 19de eeuw iets terug te vinden. In die tijd was de landbouwer Hartman Dirks Talsma eigenaar. Links van het huis is een gang, die toegang geeft tot een achterterrein, dat in die tijd in gebruik is geweest als boomgaard.
In 1886 werd het huis verkocht aan de Algemene Armvoogdij van IJlst, die in een grote schuur tegen de achtergevel vier armenhuizen inrichtte. Het huis zelf was in gebruik als opzichterswoning en gemeenschappelijke keuken. Toen het pand in 1919 in handen kwam van Vereniging Hendrick de Keyser waren er maar liefts zeven armenwoningen in het pand.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Noorderhaven 106: pakhuis
Dit pand in renaissance-stijl werd in 1657 gebouwd als pakhuis. Aan weerszijden van de ramen op de eerste verdieping bevinden zich gevelstenen met voorstellingen van Venus (godin van de liefde, Ceres (godin van de akkerbouw), Bacchus (god van de wijn) en Fortuna (godin van het toeval, zowel geluk als ongeluk). Het pand werd al in 1930 verworven door Vereniging Hendrick de Keyser en werd in 1978 gerestaureerd.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Jan Lafeber
Zuiderhaven 2: woonhuis
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Dit oude huis ligt op de hoek van de Zuiderhaven en het Havenplein. Het is gebouwd op de plaats van het ‘Blokhuis', een voormalige dwangburcht, gebouwd rond 1500 om de haven te beschermen tegen aanvallen van buiten af. Na de Tachtigjarige Oorlog werd het kasteel gesloopt en ontstond op deze plaats een nieuwe wijk, de 'Zuider-Nieuwstad'.
De kern van het huidige huis dateert van omstreeks 1600. In 1716 was de gehele bebouwing op deze hoek in handen van Reinier Fontein. Hij bezat hier vijf luxe huizen voor de verhuur. Het huis werd omstreeks 1730 verbouwd en uitgebreid. De gevel kreeg een ouderwetse tweede trapgevel, maar ook een voordeur met zijlichten en stoephek in de voor die tijd moderne Lodewijk XIV stijl.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Voorstraat 61: woonhuis met winkel
Dit pand in renaissance-stijl werd in 1657 gebouwd als woonhuis met winkel. Het heeft een trapgevel met waterlijsten en geblokte ontlastingsbogen. Het werd in 1955 verworven door vereniging Hendrick de Keyzer en tie jaar later gerestaureerd.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Havenplein 28: woonhuis
Het huis aan het Havenplein grenst aan de zijgevel van Zuiderhaven 2. Lange tijd kenden beide panden één eigenaar. Tot een algehele uitbreiding en verbouwing van het huis aan de Zuiderhaven in 1730, was het huis aan het Havenplein het belangrijkste perceel. In 1768 werden de huizen van elkaar losgemaakt en vermeldt het belastingkohier de Admiraliteit als eigenaar van het pand. Het huis bevatte '`t Comptoir van de Convooijen en Licenten' en bleef tegelijk bewoond. Vanaf 1832 fungeerde het als douanekantoor. In 1964 kwam het huis in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser.
De gepleisterde lijstgevel met hardstenen stoep dateert uit de tijd dat het pand dienst deed als belastingkantoor. Hierachter staat een dwarshuis met verdieping. Onder de balklaag zijn tegen de achtergevel een drietal consoles bewaard, die duiden op een datering in de eerste helft van de zeventiende eeuw.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Havenplein 14: woonhuis
Waarschijnlijk is de kern van dit huis 17de-eeuws. De huidige gevel dateert echter van 1728 en moet gebouwd zijn door Hendrik Coops van der Woude. Hij was kapitein op het transportjacht van de admiraliteit. Vermoedelijk stelt het zeilschip dat afgebeeld staat in de gebeeldhouwde cartouche op de gevel dit schip voor. De decoraties zijn een vroeg voorbeeld van de Lodewijk XIV-stijl in Friesland.
Het huis bestaat uit twee delen, die waarschijnlijk niet gelijktijdig zijn opgetrokken. Het voorgedeelte is vermoedelijk in de zeventiende eeuw gebouwd als dwarshuis met een zijkap. In 1728 werd dit bouwdeel voorzien van een nieuwe voorgevel en verder naar achter uitgebouwd. De achtergevel kreeg een hoge kap met puntgevel.
In de negentiende eeuw was het huis in gebruik als huurhuis voor vier gezinnen. Het kwam in 1963 in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser. Tijdens de restauratie van 1970 werden de empire vensters vervangen door vensters met een kleinere, achttiende eeuwse, roedeverdeling.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Rijksstraatweg 24: woonhuis Abe Bonnema
Het woonhuis van architect Abe Bonnema behoort tot de meest opmerkelijke voorbeelden van de naoorlogse villabouw in Nederland. Het ontwerp zette een belangrijke stap in de Nederlandse functionalistische traditie, voortbouwend op de avant-gardistische experimenten van het Nieuwe Bouwen van architecten als Gerrit Rietveld en Jan Duiker.
Tot de innovaties die zijn toegepast, behoren de thermische isolatie, een gevelbekleding van onbehandeld redwood en een stalen draagconstructie. Op ontnuchterend eenvoudige wijze zette Bonnema zeven stalen spanten op gelijke afstand naast elkaar, legde er vloeren en een dak van beton op en plaatste binnen dat geheel een gemetselde kern. Hiermee creëerde hij een flexibel indeelbaar woonblok.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Raadhuisplein 13: woonhuis
Dit huis is het kleinste huis aan het Raadhuisplein in Franeker. Doordat het pand Voorstraat 6 ver naar achteren doorloopt heeft het geen eigen erf.
Het pand heeft een bijzondere klokgevel met een gebroken fronton met een vrouwenbuste. De gevel is geïnspireerd op de Lodewijk XIV stijl. De gebeeldhouwde cartouche vermeldt het jaartal 1734 en de initialen C.G.M. Vermoedelijk verwijzen deze naar de toenmalige bewoonster, de weduwe van Ate Pieters Wijnia.
Het huis werd vooral bewoond door middenstanders. In 1969 bevond het huis zich in een dermate vervallen staat dat tijdens de restauratie de voorgevel grotendeels gereconstrueerd moest worden. Als uitgangspunt voor de reconstructie werd de 18de-eeuwse situatie genomen.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Eise Eisingastraat 2: woonhuis
In 1745 werd door Pieter Adema, een koopman in koloniale waren, een huis gekocht tegenover het stadhuis. Adema bouwde bij wijze van geldbelegging en gebruikte het pand voor de verhuur. Het was een deftig huis wat onder andere blijkt uit de huurders waaronder diverse hoogleraren van de Franeker Universiteit.
In de negentiende eeuw werd de koffiebranderij van de firma Van Balen er gevestigd. Het voorhuis werd in gebruik genomen als winkel en de branderij werd ondergebracht in een werkplaats van de sterrenkundige Eise Eisinga op het achterterrein.
In 1895 liet Sybren Gerrits van Balen zijn huis verbouwen. Er werd een winkelpui in Neorenaissance-stijl gebouwd en het bovengedeelte van de gevel werd opnieuw opgetrokken waarbij de oorspronkelijke klauwstukken en bekroning in Lodewijk XIV-stijl werden hergebruikt. Het vrijstaande achterhuis met verdieping werd toen verbouwd tot een grote salon in de vorm van een verlengde achthoek met koofplafond en erker met openslaande deuren. Het Neorenaissance ontwerp is van de architect N.J. Adema die 15 jaar later het ontwerp leverde voor het winkelinterieur. De winkel is uitgevoerd in een zeer rijke Art Nouveau-stijl met hardhouten kastenwanden, toonbanken voorzien van koperornamenten en kleurrijke tegeltableaus.
De firma bleef tot 1977 een familiebedrijf in koffie en thee welke onder eigen merknaam werden geëxporteerd. In 1985 kocht Vereniging Hendrick de Keyser het huis en een groot gedeelte van het erf. Sinds 2007 is het pand samengevoegd met het ernaast gelegen Koninklijk Eise Eisinga Planetarium.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Tsjerkebuorren 12: woonhuis
Dit pand in neoclassicistische stijl werd in de eerste helft van de achttiende eeuw gebouwd als notariswoning. Later was er een bakkerij gevestigd. Het is het geboortehuis van de schilder Laurens Alma Tadema.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Keppelstraat 40: Kollumer Veerhuis
Dit huis, tot het eind van de 19de eeuw gelegen aan de rand van Dokkum dicht bij de stadswal en de Woudpoort, was het eerste huis dat men zag wanneer men de stad binnenkwam. Het staat van ouds bekend als het ‘Kollumer Veerhuis', een wachtlokaal met logement en stalling bij de aanlegplaats van de veerdiensten met de dorpen in de omgeving. De functie van herberg en koffiehuis lijkt echter niet verder terug te gaan dan het tweede kwart van de 19de eeuw.
Het huis dat een gemetselde trapgevel heeft dateert vermoedelijk uit het midden van de 17de eeuw. Omstreeks 1800 was het het woonhuis van Jan Suiderbaan, 'advocaat voor den Hove van Vriesland te Dokkum'. In 1832 was het eigendom van Jetze de Vries. Het werd toen verhuurd aan de weduwe Sijke Gerrits Hofman die er een koffiehuis dreef. Achter het huis lag een grote wagenloods met stal. Toen het huis in 1963 verworven werd door Vereniging Hendrick de Keyser bevatte het huis nog steeds een koffiehuis met bovenwoning.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Jan Lafeber
Van Swinderenstraat 7: woonhuis
Van Swinderenstraat 7 was het stamhuis van de familie Poppe. Het werd in 1789 gebouwd op de plek van een ouder huis dat al sinds 1727 in bezit was van deze familie. Dat de familie Poppe rijk geworden is van de boterhandel is terug te zien in het familiewapen aan de rijk gedecoreerde gevel met Lodewijk XV elementen. Het wapen bevat een koe, botervaatjes en botergoot en het botermerk van de familie met drie geschakelde driehoeken. Opvallend aan de gevel is het grote aantal rozetvormige ankers. Deze waren nodig om de lichte gevel goed aan het huis vast te zetten.
In het huis zijn veel 18de-eeuwse elementen bewaard gebleven. Ook de indeling van het huis is nog grotendeels 18de-eeuws.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Raadhuisstraat 11: woonhuis
Boterkoopman Hans Ygrams bouwde dit huis in 1793 op de plek van een ouder huis. Het pand is voorzien van een fraaie klokgevel met gebeeldhouwde aanzetstukken en topafdekking. Het familiewapen met daarin een afbeelding van botertonnen refereert aan de boterhandel. De voordeur heeft een fraai gesneden bovenlicht. Voor het huis ligt een oude hardstenen stoep met stoeppalen en smeedijzeren kettingen.
De indeling van het huis wordt gekenmerkt door niveauverschillen. Het lange woonhuis is in de lengte ingedeeld in drie compartimenten. Deze indeling kwam vaak voor in lange woonhuizen in Friesland.
Meer informatie over dit pand vind u hier.
Tekst: © Foto: © Vereniging Hendrick de Keyser
Weaze 30: woonhuis
Aldeboarn was vroeger een belangrijk plaatsje dat leefde van scheepvaart en visserij. In de achttiende eeuw zorgden de veenafgravingen voor werk. De bebouwing langs de Boarn, een oude waterloop die in de middeleeuwen in open verbinding stond met de zee, draagt een enigszins stedelijk karakter.
Weaze 30 werd in 1760-1762 gebouwd voor Klaas Teunis de Jong, veenbaas te Gersloot, en Marijke Klazes, zijn echtgenote. Het huis kreeg een klokgevel met gebeeldhouwde aanzetstukken en topafdekking. Van 1956 tot zijn overlijden in 1972 woonde de Friese componist Paulus Folkertsma in het huis.
Doordat van de oorspronkelijke inrichting veel bewaard is, geeft het huis een uitstekend beeld van het Friese woonhuis in de achttiende eeuw. Zo zijn de houten vloeren en grenen balken bewaard, evenals de aankleding met houten schouwtjes, bedsteewanden en tegellambrizeringen. De opkamer heeft prachtige tegeltableaus met voorstellingen van de vier seizoenen, met verwijzingen naar het beroep van de bouwheer. In de kamer is ook een oude kastenwand die mogelijk de administratie van de veenbaas bevatte.
Meer informatie over dit pand vind u hier.