Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



Tegeltjesbrug Gytsjerk

Het mooiste plekje is de Tegeltjesbrug. Het is de laatste brug in de Elfstedentochtroute met de duizenden tegeltjes waarop foto's van Elfstedentochtrijders staan afgebeeld. Sinds de opening van de Tegeltjesbrug op 22 juni 2001 hebben velen dit monument bewonderd. Er gaat bijna geen dag voorbij of er komen mensen langs om even een kijkje te nemen.

Wat maakt dit monument zo bijzonder? Zoals op de website www.tegeltjesbrug.nl staat beschreven, Is de laatste brug voor de finish een ereboog. De afbeelding van een rij schaatsers die elkaar helpen en uit de wind houden, is een karakteristiek beeld van de Elfstedentocht. De brug vormt een treffend symbool van de overbrugging van de tocht langs de elf steden.

Achter iedere tegel zit een eigen verhaal. Dat maakt dit monument zo bijzonder. Er zijn mensen die de tocht éénmaal hebben gereden, maar sommigen hebben zelfs zeven jaartallen (of nog meer?) achter hun naam staan.

Zo heb ik het voorrecht gehad om de tocht in 1985, 1986 en 1997 te rijden als lidnummer 5887. De afbeelding van mij op het tegeltje is van een foto die in 1986 tijdens de Elfstedentocht vlak bij deze brug door mijn vrouw Lieske is genomen. Ze was toen hoogzwanger van onze jongste dochter en stond me daar op te wachten, niet ver van ons huis in Gytsjerk.

De Tegeltjesbrug is een bijzondere plek in Fryslân. Niet alleen omdat het een bijzonder monument is, maar ook omdat hij in een prachtige omgeving ligt. De brug in de Canterlandseweg ten noorden van Gytsjerk, over het riviertje De Murk, de grens tussen de Friese Wouden en de kleistreek, is een bezoek waard.

De ver van het huidige dorpscentrum gelegen Martinuskerk wekt op het eerste gezicht niet de indruk oud te zijn. Dat komt vooral door het westelijke front uit de 19de eeuw. Het gebouw is al aan het einde van de 12de eeuw verrezen. Hoewel het vaak veranderd en gerepareerd is, toont het muurwerk aan noord- en zuidzijde en vooral dat van het koor nog fraaie sporen van de tufstenen romaanse kerk. In de blinde noordmuur zijn naast onversierde tufstenen muurgedeelten ook aanzienlijke fragmenten met rondbogige spaarvelden tussen lisenen te zien, bekroond door een rondboogfries. Er zit bovendien een spoor van een klein rondboogvenster.

In de zuidmuur zitten tussen de grote, in de 18de eeuw ingebroken rondboogvensters eveneens tufstenen spaarvelden tussen lisenen. Bij het meest westelijke veld is een klein fragment van een drievoudige lijst met overhoekse vertandingen te vinden. De versiering van het inwendig rondgesloten en uitwendig vijfzijdige koor is het opmerkelijkst. Het bovenste register bestaat uit een spaarzone onder een rondboogfries waarin slanke colonnetten van roze Bremer zandsteen staan op bases en ringkapitelen van tufsteen heeft. In de eerste helft van de 16de eeuw zijn schip en koor verhoogd en is het houten tongewelf aangebracht. De westelijke partij met korfbogige ingangen aan beide zijden, de sluitmuur met spitsbogige vensterkoppen en een cirkelvormig venster en de houten, met leien beklede geveltoren met ingesnoerde spits dateren uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Onder het inwendige tongewelf staat het meubilair dat uit het midden van de 18de eeuw dateert. De preekstoel met klankbord staat binnen een doophek met balusters. De kuip is op de hoeken met pilasters en op de panelen met rondbogen versierd. De tegenover de preekstoel staande herenbank heeft een overhuiving op gecanneleerde zuilen. De koorsluiting wordt gedomineerd door drie nauwelijks in de ruimte passende rouwkassen uit 1742, 1744 en 1762 met rijk snijwerk in barokke en Lodewijk XVI stijl. Het orgel op de westgalerij is in 1896 gebouwd door de firma Bakker & Timmenga.