Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.



Kleine Dijlakker 17: Albada Jelgersmahuis
Aan de Kleine Dijlakker in Bolsward staan nog enkele huizen die achter latere gevels oude kernen verbergen. Kleine Dijlakker 17 is zo'n huis. Het vormt een uitzonderlijk historisch complex doordat het onderdelen uit verschillende bouwperioden bevat, van een 16de-eeuws houtskelet tot een 19de-eeuws bovenhuis met slijterswinkel.
Over de oudste bestemming van het huis is weinig bekend. Van 1814 tot 1983 werd in het huis door vijf generaties van de familie Albada Jelgersma een handel in wijn, port, cognac, jenever, berenburg en andere dranken gedreven, met winkel, distilleerderij, bottelarij en pakhuis.
Het oudste onderdeel van het complex is het grote achterhuis. Dit bewaart grote delen van een eiken houtskelet dat doorliep over twee verdiepingen en een zolder. Het voorhuis werd in 1876 ingrijpend verbouwd in opdracht van de wijnkoopman Th.F. Albada Jelgersma. Het kreeg een nieuwe voorgevel in neostijl met winkelpui. Het winkelinterieur, met toonbank en kasten ademt nog geheel de 19de-eeuwse sfeer. Het bovenhuis functioneerde als een zelfstandige woning en heeft nog veel onderdelen van de 19de-eeuwse interieurafwerking.
Achter het huis staat een uitbouw met daarin de grote keuken en de kelder voor de drankopslag. Op het achterterrein, met ingang aan de Kerkstraat, staat een groot pakuis uit 1902 in neorenaissancestijl. Hier waren de afslagplaats, bottelarij en pakzolders van de drankenhandel ondergebracht. Het pakuis is later tot garage verbouwd.

Meer informatie over dit pand vind u hier.

Auckemastraatje 4 en 6: woonhuizen
Het Auckemastraatje bevindt zich ten zuiden van het stadhuis van Leeuwarden, dat in 1713 werd gebouwd. Daarvóór stond op deze plek het oude stadhuis ‘Auckamastins'. De huizen aan deze straat werden dan ook bewoond door hoge ambtenaren in dienst van de stad. De huizen op nummer 4 en 6 werden samen gebouwd halverwege de zeventiende eeuw.
In 1736 werd nummer 4 door Claes Koopmans, de toenmalige 'premier clerq' van de staten van Friesland, verkocht aan Bernardus Munnick ‘premier clerq der stad Leeuwarden'. In 1740 werd het huis verkocht aan diens opvolger Gerben Bottinga. Het huis bleef tot in 19de eeuw in bezit van zijn familie.
Nummer 6 werd in 1730 gekocht door schepen Bernt Storm en later gehuurd door de klerk Johannes van Grenen. In 1976 kwamen beide panden in bezit van Vereniging Hendrick de Keyser.
Het linkerhuis heeft nog een oude trapgevel met waterlijsten en geblokte ontlastingsbogen boven de vensters. De gevel van het rechter huis is omstreeks 1800 gewijzigd. De oorspronkelijke trapgevel werd daarbij vervangen door een lijstgevel. Ondanks deze wijziging is in het metselwerk dat doorloopt in beide gevels te zien dat de huizen gelijktijdig gebouwd zijn.
Ook in het interieur zijn elementen te vinden van deze gemeenschappelijke bouwperiode. De huizen delen een bouwmuur en er is in beide panden een gelijke detaillering in de spiltrappen en sleutelstukken te vinden. In het rechterhuis is een groot gedeelte van de oorspronkelijke indeling bewaard gebleven.

Meer informatie over dit pand vind u hier.

Het komdorp Sibrandabuorren ligt aan de oostelijke zijde van de voormalige Middelzee en is een van de dorpen in de Lege Geaen (of Legean), de lage landen, het lage zuidwestelijke gedeelte van de vroegere grietenij Rauwerderhem. De kom wordt gevormd door de iets van de doorgaande weg teruggerooide kerk en onmiddellijke omgeving. Ten zuiden van de kerk staat een klein buurtje met de oudste bebouwing die daar ook vrij geconcentreerd is. De ruimte voor de kerk, waar op de hoek ook het café gelegen is, kan net geen plein worden genoemd.

Het dorp heeft zich langs de doorgaande weg door de Legean uitgerekt waardoor het een streekdorp is geworden. In het zuiden staat bebouwing van meest vrijstaande huizen en, iets verder het land in, boerderijen. Opvallend is een blokvormige woning van twee kleuren kalkzandsteen. In het noorden is compacter bebouwing te vinden, bijvoorbeeld bij de brug. De dokterswoning staat tussen de kerk en de brug, een brede notabele woning in een ruime tuin met vijvertje.

De nog steeds aan de weg en aan de Sibrandabuersterfeart richting het Sneekermeer liggende melkfabriek van de Legean kreeg een nieuwe bedrijfsbestemming. De naam ‘Lege Geaen’ in art déco letters staat nog op de gevel. Over de vaart ligt een wipbrug met hameipoort in neoclassicistische vormen, de trots van het dorp. Er staat zelfs nog een mooie klassieke hefboom voor.

De ooit aan Sint Martinus toegewijde kerk met zadeldaktoren is al voor het einde van de 18de eeuw verdwenen. Kerk en toren zijn in de 19de eeuw vernieuwd. Het gebouw is een zaalkerk van drie venstervakken diep met flink grote rondboogvensters. De voorgevel bezit drie van deze grote rondboogvensters, waarvan de middelste boven de toegang met rondbogig bovenlicht. De gevel wordt aan de bovenzijde bekroond door een rondboogfries van pleister en op de hoekpenanten zitten sierpinakels. Daar staat de grote houten toren met ingesnoerde spits. Het kerkhof is grotendeels omvat door een ijzeren hek en verder door een haag.

Ferwoude is in de uiterste zuidelijke hoek van Wûnseradiel een laaggelegen komdorp dat niet al te ver van de voormalige Zuiderzeedijk ligt. Het is via de Djippert met de Dijkvaart verbonden. Naar het oosten is het dorp met de Kleine Vaart verbonden met de Indijk en de in 1876/’79 drooggelegde Kolken aan de noordzijde van de Workumermeer. Al eerder werden het Aeltsjemeer en het Fallingabuurstermeer drooggemalen: er kwam in 1644 permissie voor.

Ferwoude werd in het verleden een groot dorp genoemd. Dat sloeg op het dorpsgebied met veel belangrijke boerderijen. Het mocht dan ook relatief zeer veel stemmen uitbrengen. In de omgeving zijn de lage gronden, tot 3 m onder N.A.P. vrijwel uitsluitend voor veeteelt in gebruik. Alleen bij de voormalige zeedijk, bij de buurschap Doniaburen zijn nog wat sporen van akkerbouw. De dorpskern ten zuiden van de kerk bestaat uit een open ruimte waar oude (zuid) en nieuwe bebouwing (noord) omheen zijn gegroepeerd. Van daaruit lopen nog een paar zijstraatjes.

De dorpskerk ziet er in haar kleurige, gepleisterde gedaante niet zo oud uit maar zij moet al dateren uit de tweede helft van de 13de eeuw. Maar er zijn ook berichten dat de kerk en toren in 1762 werden afgebroken om de tufsteen te verkopen aan de cementindustrie van Makkum. In 1767 was de nieuwe kerk met een spits torentje op de westelijke gevel gereed. De laatste ‘vernieuwing’ van de kerk heeft in 1877 plaatsgevonden. Het schip heeft een driezijdig gesloten koor en op de westelijke gevel staat een houten torentje. De toegangspoort is versierd met bak- en zandsteen en heeft een fronton met opschrift en het jaartal 1767. De familiebank van Van Velzen dateert uit de 18de eeuw en een eenvoudiger bank met gedraaide balusters is nog een eeuw ouder.

Ook Ferwoude heeft een verrassing op de Aldfaers Erf route, een timmerwinkel (sinds 1845) in een eigenaardig gebouw met een hoge tuitgevel. Ten zuiden van Ferwoude liggen de buurschappen Doniaburen bij de dijk en Scharneburen.

De kerk staat aan de westzijde van de radiale dorpsterp en is in de 13de eeuw van vooral geel moppenmateriaal gebouwd. De toren is ouder. Vooral in de noordelijke muur zijn duidelijke sporen van kleine romaanse vensters te zien. Aan de westzijde zien we twee kleine, dichtgezette spitsboogvensters en een derde tussen de later ingebroken grote vensters. Ook in de iets versmalde, ronde en nu blinde koorsluiting hebben twee kleine vensters gezeten, de ene rond- en de andere spitsbogig. In de zuidelijke muur zijn vergelijkbare, maar minder complete sporen van kleine vensters te zien. Daar staan voor de verlichting van het schip nu twee grote en een klein venster.

De voorkerk heeft twee smalle spitsboogvensters en daarnaast staat de ingang in een spitsbogige nis van een gepleisterd veld. De zadeldaktoren lijkt ongeleed, maar heeft wel twee lichte versnijdingen. Hij is in de 12de eeuw verrezen en in de 13de eeuw verhoogd. De gedeelten van de westelijke muur aan weerszijden van de toren zijn niet even breed. Het zuidelijke gedeelte is breder en heeft aan de bovenzijde een klimmend fries in romano-gotische trant.

De kerkzaal wordt gedekt door een houten tongewelf met trekbalken op korbelen en muurstijlen. Hier heeft op het vroegere altaar omstreeks 1414 een hostiewonder plaatsgevonden dat tot twee keer toe met pauselijke bullen is bekrachtigd. In de wanden van het koor zitten enkele nissen, waarvan de noordelijke een piscina is geweest. Tegen de zuidwand is de preekstoel opgesteld, die getuige het opschrift van het klankbord in 1633 aan de kerk is geschonken. De kuip heeft fraaie hoekzuiltjes en getoogde panelen. Tegenover de preekstoel staat de herenbank van de Aylva’s die ooit een overhuiving met een profaan opschrift had. De kerkbanken vormen de grote verrassing van de kerk. Ze bezitten fraai gesneden wangen in rijke renaissancestijl en dateren van voor de hervorming, uit omstreeks 1560. Portretmedaillons, saters, engelen, draken, leeuwenkoppen en gecanneleerde pilasters zijn erin gesneden. Het orgel is in 1911 gebouwd door Mart Vermeulen uit Woerden.

Terraces along the waterside
A modern village in which water sports are playing the main role. Spacious terraces and great restaurants.

Charming streets
Within the village of Woudsend you enjoy the atmosphere of history. Renovated canal houses and charming small streets. Discover the secrets of this old sea village undertaking a walk through the village. Two beautiful mills sign the view of the village. Mill ’’t Lam’ still grinds grain. Watch this amazing mill and take delicious flour with you to make your own bread.

Restaurant of church?
Finish your day with a lovely lunch, cup of coffee or dinner. Restaurant ’’t Ponkje’ you will have you dinner in a previous church. For 35 years this holy building is a restaurant. When you walk through the doors of the church it looks like the religious worship just ended. Curved windows of stained glass, a pulpit and other religious elements staid intact. Enjoy your dinner heavenly!

Tips
• The Shantyfestival of Woudsend is a real experience. Enjoy the many choirs which are scattered throughout the village. A free market for children and historical dressed town-criers colour the festival cultural.

• During ’Skûtsjesilen’ the terraces of Woudsend are full! This is a typical Frisian water sport. Next to this Woudsend is located centrally when you want to enjoy more of this popular sailing event.

• ’‘t Lam’ is an old-fashioned mill and still grinds grain. Watch this amazing mill grinding and take delicious flour with you to make your own bread.

Idzega is een agrarische streek die zijn oorsprong heeft in de Middeleeuwen. In het lage waterland tussen Heeg en Oudega heeft het nooit tot concentratie van bebouwing kunnen komen. Toch heeft de boerengemeenschap zich als zelfstandig dorp kunnen handhaven, al is het een van de meest bescheiden en, op Smallebrugge na, het kleinste dorp van Friesland.

Op de grietenijkaart van Wymbritseradeel in de atlas van Schotanus uit 1716 staat het aangegeven met een kerk bij de noordwestelijke hoek van de vrij grote Idzegasterpoel. In de nabijheid staan twee huizen en verder verspreid in het land nog twee boerderijen en twee huizen.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788 gemeld: ‘Idezega, of ook Idzinga, is, insgelyks als de naastgelegen dorpen, rondom in wateren en poelen gelegen, waarvan de voornaamste, naar het dorp, den naam draagt van Idzegaster poelen. In ’t Zuiden van dit dorp … ligt eene plaats de Bratten genoemd, waarop zich zeker Heer uit het geslagt van Heemstra veel plag te onthouden, wegens haare goede gelegenheid tot de visschery: dezelve liet hier ook twee polders aanleggen, die tegen verwachting niet alleen goed weidland, maar zelfs goed bouwland gaven. Voor het overige zyn de landen hier ten grooten deele zeer laag, en wel inzonderheid naar het zuiden, daar men ook klyngronden vindt, uit welke sedert kort vry goede turf gegraaven wordt. In ’t Westen van dit dorpje ligt het buurtje Band, en daar by een poeltje van dien naam.’

De Bratten lag bij de zuidwestelijke hoek van de poel en De Band is nog steeds een boerenbuurschap tussen Oudega en Sandfirden. Als de bebouwing van toen bij de omvang van het dorp wordt gerekend, stonden hier in de 18de eeuw zes woningen en vier boerderijen. Op de kaart in de atlas van Eekhoff blijkt dat er nauwelijks ontwikkelingen zijn geweest en de huidige situatie laat evenmin zien dat hier iets is veranderd. Op het kerkhof staat een eenvoudige klokkenstoel, met eronder fragmenten van altaarstenen en een zerk uit 1623.

Ypecolsga (nabij Indijk) is een streekdorp van middeleeuwse oorsprong, waarbij in de hoge Middeleeuwen ten noordoosten een nederzetting bij het water de Ee ontstond die vanaf de vroege 11de eeuw een zelfstandige positie verwierf: Woudsend dat het moederdorp al zeer vroeg met verve overvleugelde. Ypecolsga bleef een agrarische streek. Op de grietenijkaart van Wymbritseradeel in de atlas van Schotanus bestaat het dorp in de uiterste zuidwesthoek uit een lange streek van ongeveer drie kilometer met ongeveer tien ver uit elkaar staande boerderijen. Ze staan grotendeels ten zuiden van de Wegsloot, een sloot die inderdaad wordt geflankeerd door een weg. De kerk staat ten noorden van deze verkeersas.

In de Tegenwoordige Staat van Friesland werd in 1788 gemeld: ‘Ipekolsga of Epekolsga, een Dorp van maatigen omtrek …; ’t zelve grenst ten Zuiden aan het Slooter meer, en had eertyds een sterk huis, toebehoorende aan Take Abbema, ’t welk in 1520, verwoest werd door de Schieringers, die te Slooten in bezettinge lagen. De Kerk van dit Dorp, in 1497, door de Soldaaten in brand gestoken zynde, verteerde met vyftien, daar in zynde, gewyde Hostien tot assche, die naderhand, zo men beuzelde, groote mirakelen deeden, en daarom zo veel toeloops hadden, dat men uit het offergeld eene nieuwe Kerk kon bouwen, die, vervolgens wederom vervallen zynde in 1664, werd vernieuwd, en met een spits torentje voorzien.’

De kerk is in de 18de eeuw afgebroken. Er staat nu een in 1956 vernieuwde dubbele klokkenstoel met helmdak. De twee luidklokken zijn in 1644 gegoten door Jelte, Pier en Johan Riemers. Ypecolsga bezit een aantal monumentale boerderijen, zoals de in 1783 gebouwde kop-romp ‘Arbeid en Moeite’, die nu de naam ‘Werklust’ draagt. Noordelijk ligt aan de oever van het Heegermeer de boerenstreek Indyk. Een in de weilanden liggend kerkhof met klokkenstoel herinnert aan een dorpsverleden.

Jutrijp is een langgerekt streekdorp dat in de late Middeleeuwen ten zuiden van Sneek is ontstaan als waterdorp. De bebouwing van de streek kwam vooral aan de westelijke zijde van de vaart het Var. Sinds de aanleg in 1843 van de rijksstraatweg van Sneek naar Lemmer ten oosten van het water, is een gedeelte van het dorp geleidelijk 180 graden gaan draaien en heeft het zich tot wegdorp ontwikkeld en is toen ook aan het buurdorp Hommerts vastgegroeid. Maar het noordelijke gedeelte ligt langs de Binnenwei verder van de drukke straatweg verwijderd en vertoont de oude structuur nog steeds.

Op de grietenijkaarten in de atlassen van Schotanus en Eekhoff uit 1716 en 1851 is dit proces te zien. In het begin van de 18de eeuw is alle, vooral agrarische bebouwing met opvaarten nog gericht op het onregelmatig meanderende Var. Deze heeft ook vaarten naar het oosten als verbindingen met de Ooster Wymerts voor de verbinding met Sneek in het noorden en het merengebied in het zuiden. De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1788: ‘Jortryp, doorgaans genaamd Jutryp, en het volgende dorp Hommerts zyn gelegen tusschen de beide Wymertsen aan eene oude moerige vaart, van ’t eene dorp naar ’t andere loopende: aan den Oostkant deezer vaart ziet men de Kerk, hebbende een’ stompen toren, en ook de meeste huizen en plaatsen. … Ten Noorden en ten Westen strekken de landen des Dorps zich uit tot aan de Stads Gerechtigheid van Ylst, ten Oosten aan Oppenhuizen, en ten Zuiden aan Hommerts.’

De oude stompe toren werd in elk geval tot in het midden van de 19de eeuw gehandhaafd, maar de oude kerk, die fraai schilder- en snijwerk bevatte, is omstreeks 1819 vervangen door een nieuw gebouw met opnieuw een toren met spits. Ook deze kerk kon niet blijven en is in het begin van de jaren zeventig gesloopt.

In Jutrijp staat een aantal monumentale boerderijen. Die aan Binnenpaed 46 bezit een deftig voorhuis en de kop-rompboerderij op nummer 12 vertoont expressionistische trekken uit de jaren dertig.

In de geschiedenis van het jonge christendom neemt Dokkum een dramatische plaats in. Missionaris Bonifatius is in 754 bij Dokkum door ‘heidense’ Friezen vermoord. De verering van de martelaar is later op gang gekomen. In de 12de eeuw werd er een premonstratenzer abdij gesticht. Naast de abdijkerk werd ook een parochiekerk gebouwd. De huidige Martinuskerk heeft twee voorgangsters gehad. Nadat de Bonifatiusabdij spoedig na de hervorming was afgebroken, werd de Martinuskerk de protestantse hoofdkerk van de stad. De bouw van deze kerk was in het begin van de 15de eeuw met het koor begonnen, waarna later het schip volgde. Het werd een laatgotische kerk met traveeën voorzien van brede spitsboogvensters met vorktraceringen en tweemaal versneden steunberen. De rondbogige ingang aan de zuidzijde van de westelijke travee, een rondboog in een geprofileerde spitse nis, behoort bij de bouwtijd. De vijfzijdige koorsluiting heeft ook steunberen en smallere vensters. De kerk moest worden uitgebreid, een proces dat duurde van 1588 tot 1593. De voornaamste veranderingen waren de toevoeging van een noordbeuk, het verhogen en vernieuwen van de kap en het aanpassen van de westgevel. De noordbeuk werd deels opgetrokken van afbraakmateriaal van de abdij. De nieuwe kap bleek niet goed te passen en in de zuidmuur zijn de verschillen opgevangen door uitgemetselde togen die de eerste twee venstervakken als het ware bekronen. De noordbeuk kreeg steunberen en de brede vensters ertussen kregen een rondbogige vorm met vorktracering. De westgevel, die aan de zijkanten met drie versnijdingen steunbeer-achtig is afgesloten, is aan de noordzijde met handhaving van deze versnijdingen voor de nieuwe beuk verbreed en van een klein radvenster voorzien. In de bouwnaad staat een ingang in een licht spitsbogige nis. Midden in de oorspronkelijke gevel is een tweede ingang met een classicistische omlijsting. Daarboven rijst een breed en hoog venster op dat korfbogig is gesloten.

De van gele steen gemetselde geveltop voor de nieuwe kap heeft een getrapte vorm en in het midden een dubbele, vleugelvormige uitkraging met kraagstenen in de vorm van leeuwenkoppen met ringen. Daarboven staat de met zink beklede houten toren met een spits.

Het interieur van het schip en het koor wordt gedekt door een vlak balkenplafond. Het koor heeft een stenen gewelf gehad dat bij de verbouwing onder leiding van Jacob Izaaks Douma in 1856-’57 is verwijderd. Toen is ook een galerij tussen schip en koor weggehaald. Deze rustte op twee ronde, baksteen kolommen die bij de restauratie in 1965-’69 weer tot een meter hoogte zijn opgemetseld. De koorwanden hebben beneden diepe spaarnissen die met geprofileerde baksteen zijn omlijst. Bij genoemde restauratie zijn ze met de onderste delen van de colonnetten die mede het gewelf vormden in het zicht gebracht. Schip en noordbeuk zijn met rijzige ronde kolommen en ronde scheibogen van elkaar gescheiden.

Aan het einde van de 18de eeuw is hoog in deze zijbeuk een zittribune met balustrade aangebracht. Ongeveer in het midden van de zuidwand is het liturgische centrum ingericht. Er is een fraai doophek met breed uitwaaierend kuifstuk in rococostijl. De preekstoel met klankbord is in dezelfde stijl, met snijwerk op de kuippanelen met rocailles en loofwerk waarin een bijbelboek, pelikaan, gekapte valk, leeuw, slang en andere voorstellingen zijn te herkennen. De festoenen op de hoekpenanten symboliseren met bloemen, korenaren, druiven en hulst de vier seizoenen. Er zijn twee bijpassende excellente koperen lezenaars. De preekstoel is in 1751 gemaakt naar ontwerp van de Leeuwarder architect Sjouke Nooteboom; het snijwerk is waarschijnlijk van Yge Rintjes.

In de koorsluiting staat een poortje, waarboven in de bekroning een schilderstuk te zien is van de Dokkumer kunstenaar Frans van der Elst met de voorstellingen Geloof, Hoop en Liefde en in het fronton het stadswapen van Dokkum. De orgelbalustrade met fraaie getorste zuiltjes voor de panelen is met het orgel in 1688 vervaardigd. Het instrument van de Groninger orgelbouwer Jan Helman is verloren gegaan. In de kas zit een instrument uit 1968 van de firma Flentrop uit Zaandam.


0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125 | 126 | 127 | 128 | 129 | 130 | 131 | 132 | 133 | 134 | 135 | 136 | 137 | 138 | 139 | 140 | 141 | 142 | 143 | 144 | 145 | 146 | 147 | 148 | 149 | 150 | 151 | 152 | 153 | 154 | 155 | 156 | 157 | 158 | 159 | 160 | 161 | 162 | 163 | 164 | 165 | 166 | 167 | 168 | 169 | 170 | 171 | 172 | 173 | 174 | 175 | 176 | 177 | 178 | 179 | 180 | 181 | 182 | 183 | 184 | 185 | 186 | 187 | 188 | 189 | 190 | 191 | 192 | 193 | 194 | 195 | 196 | 197 | 198 | 199 | 200 | 201 | 202 | 203 | 204 | 205 | 206 | 207 | 208 | 209 | 210 | 211 | 212 | 213 | 214 | 215 | 216 | 217 | 218 | 219 | 220 | 221 | 222 | 223 | 224 | 225 | 226 | 227 | 228 | 229 | 230 | 231 | 232 | 233 | 234 | 235 | 236 | 237 | 238 | 239 | 240 | 241 | 242 | 243 | 244 | 245 | 246 | 247 | 248 | 249 | 250 | 251 | 252 | 253 | 254 | 255 | 256 | 257 | 258 | 259 | 260 | 261 | 262 | 263 | 264 | 265 | 266 | 267 | 268 | 269 | 270 | 271 | 272 | 273 | 274 | 275 | 276 | 277 | 278 | 279 | 280 | 281 | 282 | 283 | 284 | 285 | 286 | 287 | 288 | 289 | 290 | 291 | 292 | 293 | 294 | 295 | 296 |