Kun je verslingerd raken aan een dorpje dat, op het eerste gezicht, niets te bieden heeft? Ja, dat kan, maar dan moet het toeval wel een handje helpen. Plotseling krijg je de kans een weekje op het huis van familie van vrienden te passen. In Wânswert. Wânswert? Nooit van gehoord. Vijf oppasbeurten verder voelen we ons in dat vlekje van krap tweehonderd zielen bijna net zo thuis als in de eigen woonplaats in de Randstad.
Een magneet voor de toerist wordt Wânswert nooit. Gelukkig maar. Er is geen hotel, geen café, geen school, geen winkel. Wel een dorpshuis, al heeft het weinig gescheeld of ook dat was er niet meer geweest. Zover hebben de inwoners het niet laten komen. Dorpshuis Eldorado staat er sinds kort beter bij dan ooit. Het bloeiende verenigingsleven kan weer jaren vooruit.
Wat heeft Wânswert verder in huis? Weilanden met koeien, paarden en schapen. Prachtige luchten met een altijd fascinerend wolkenspel, ruimte, fraaie en rustgevende vergezichten. Misschien zouden 365 dagen Wânswert per jaar iets te veel van het goede zijn, maar die weekjes aan de Goslingawei houden we wat graag in ere. We willen de wandelingen rond het dorp, met of zonder hond, niet meer missen. Al was het maar omdat vrijwel iedereen die je tegenkomt een'goeie' of 'hoi' laat horen. Balsem op de Hollandse ziel.
Wânswert, Tergréft, Burdaard, Bartlehiem, Ferwert, Marrum - het zijn inmiddels vertrouwde namen geworden. Het mooiste stukje Friesland? Ach, daar valt natuurlijk over te twisten. Maar toch: kuier eens vanaf de Skettersdyk over dat paadje langs molen Victor naar de kerk, die trots op de terp staat te pronken. Die molen en die kerk, het zijn de bakens van een dorp dat een Friesland toont zoals het hoort te zijn en zoals het zou moeten blijven.