Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



De kerk is in de 13de eeuw in vroeg-gotische stijl gebouwd van gemêleerd gele kloostermoppen. Laag in de twee smalle muren van de vierzijdige koorsluiting staan kleine rondboogvensters en een hagioscoop die nog herinneren aan de romaanse tijd. Zuidelijk staat in deze sluiting een groot gotisch spitsboogvenster met bakstenen vorktracering dat waarschijnlijk pas in de 15de eeuw is aangebracht. In de zuidmuur staan twee lancetvensters en boven een met kleine rode baksteen dichtgemetselde ingang zit nog een klein spitsboogvenster. Tijdens de restauratie van 1952-’53 is het gotische karakter met romaanse aspecten aangezet. De noordelijke muur is gesloten; er zit wel een dichtgemetselde ingang. Bij de vierzijdige koorsluiting met eerst twee brede en dan twee smalle zijden is een originele oplossing gekozen voor de overgang naar een aantal even grote dakschilden. Onder de dakvoet zijn togen gemetseld die op penanten rusten, precies onder de hoekkepers van de dakschilden. Het valt op omdat deze constructie is uitgevoerd in rode baksteen van klein formaat, dat vanaf het midden van de 16de eeuw in gebruik was. In 1555 wordt het Hof van Friesland toestemming gevraagd land te verkopen ten behoeve van het leggen van leien op het dak waarbij ook nieuw kaphout nodig is. Kort daarna zal de kap zijn gewijzigd mét de merkwaardige steunconstructie. De westelijke gevel is vermoedelijk in de 18de eeuw vernieuwd. Deze muur van kleine gele baksteen bevat de diepe, rondbogige ingang, een rechthoekig venster ter verlichting van een vertrek en beitelingen in de geveltop.

De houten geveltoren met ingesnoerde spits is ook in de 18de eeuw totstandgekomen.

Inwendig bevestigen de betimmeringen van de voorruimten en het westelijke schotwerk binnen in de kerk dat deze partij in de 18de eeuw is vernieuwd. De kerkruimte wordt gedekt door een houten tongewelf met trekbalken, korbelen en muurstijlen. De eenvoudige preekstoel en het klankbord zijn niet door een rugschot met elkaar verbonden. De achtzijdige natuurstenen doopvont is modern. Het kerkmeubilair is eenvoudig en er hangen drie koperen lichtkronen.