Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



De kerk is omstreeks 1230 van rode kloostermoppen gebouwd. De laat-romaanse karakteristiek kan aan de noordzijde worden afgelezen. Daar zitten sporen van dichtgemetselde middelgrote rondboogvensters en, heel onduidelijk, ook herinneringen aan de rondbogige ingang. De aan de westzijde vreemde inbreuk van een rechthoekig venstertje en het hoog zittende radvenster zijn van jongere datum. Bovendien is aan de oostzijde een grote rondboog te zien die wijst op een vroegere aanbouw. De profielen van deze aanbouw zijn binnen duidelijk zichtbaar. Ook in de zuidelijke muur zit op dezelfde plaats zo’n rondboog in het metselwerk. Het zijn aanbouwen van laatmiddeleeuwse kapellen die in de 17de eeuw zijn gesloopt. De zuidelijke muur bezit drie grote rondboogvensters en aan de westzijde een brede ingang onder een korfboog. De hoek van het schip wordt sinds de 19de eeuw gestut door een wigvormige beer. Het vijfzijdig gesloten koor is in de 19de eeuw vernieuwd. Daarin is een bronzen, door Hildo Krop vervaardigde herinneringsplaquette geplaatst voor de filantroop Theo van Welderen baron Rengers (1867-1945). Tegen het koor ligt de grafkelder van de familie van Heemstra. De 14de-eeuwse toren, voorzien van enkele kleine rondboogvensters, is in het midden van de 17de eeuw deels beklampt. Toen heeft hij waarschijnlijk ook de huidige zadeldakbekroning gekregen.

Binnen is de kerkruimte met een segmentvormig gebogen houten gewelf gedekt. De preekstoel met klankbord is in 1632 door Dirck Claesz. vervaardigd. De donker geschilderde kuip is tot de vloer doorgetrokken en versierd met gouden biezen en zilveren hoekzuilen. Hiertegenover staat een herenbank uit 1641 met dubbele voorbank met balusters. De huif wordt gedragen door gecanneleerde zuilen en bekroond door obelisken en een opzetstuk met wapens. Aan de wanden hangt een aantal rouwkassen en –borden, waarvan vooral de van krijgstrofeeën voorziene kas van Feijo van Heemstra opvalt. De stokken van de vanen steken als lansen de kerk in. In de sluitmuur zit een zandstenen, fraai gepolychromeerde epitaaf in renaissancevormen voor Jelle van Eysinga. Het orgel op de westgalerij is in 1871 gebouwd door P. van Oeckelen.

Staniastate

In het dorp Oentsjerk stonden ooit vier staten. Nu is alleen Staniastate nog over aan de weg naar Oudkerk. Achter het toegangshek doemt het 19de eeuwse landhuis, omgeven door een fraaie tuin in landschapsstijl, op. De in neo-classicistische stijl gebouwde state wordt geflankeerd door twee bijgebouwen. De tuin is door de tuinarchitect L.P. Roodbaard ontworpen en bevat enkele vijverpartijen en bijzondere tuinsieraden zoals een eendengrot. De geschiedenis van de state gaat terug tot de 16de eeuw.
De eerste bekende eigenaar was Jeppe van Stania. In de 18de eeuw betrok grietman Hans van Haersma de state, die hij liet verbouwen. De tuin werd in de toen modieuze barokstijl door de stadhouderlijke hovenier Johann Hermann Knoop uit Leeuwarden aangelegd. Staniastate werd in de 19de eeuw ook als zomerverblijf gebruikt. Belangrijke eigenaren waren Jan Hendrik van Boelens en Wilco Julius van Welderen baron Rengers, beiden burgemeester van Leeuwarden. In 1889 vond een bijzonder huwelijksfeest plaats, van Willem van Rengers en Adeline barones van Heemstra, afkomstig van Fogelsanghstate te Veenklooster. De laatste Rengers, freule Clara, bewoonde de state tot 1930.
Hierna werd het landhuis eigendom van het Sint Anthonygasthuis te Leeuwarden en kreeg de functie van uithof van het Fries Museum. In 1963 werd Staniastate aan de gemeente Tietjerksteradeel en het park aan Staatsbosbeheer verkocht. Nu herbergt het gebouw een kantoor en een restaurant.

Toegankelijkheid:
Hoofdgebouw niet te bezichtigen. Park vrij toegankelijk. Brasserie met terras is open op zaterdag en zondag vanaf 10.00 uur op afspraak.