Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



Bouwstijl: Gotisch
Datering: 16e eeuw
Restauratie: exterieur in 1973, interieur in 1977-1978

Ligging
Halverwege Ferwert en Dokkum ligt nog net in de gemeente Ferwerderadiel het terpdorp Lichtaard op een oeroude oeverwal.

Exterieur
De kerk geeft de indruk te dateren uit de 17e eeuw, maar stamt toch uit de middeleeuwen, gezien de kleine segmentbogig gesloten vensters met vrij regelmatig metselwerk. Het geheel bestaat uit dezelfde soort baksteen, uitgezonderd de noordmuur waarin enkele fragmenten tufsteen. De vorm van de toren suggereert een bouwstijl met een gereduceerd westwerk. De oost- en westgevel zijn opgetrokken uit baksteen, de noord- en zuidkant zijn bekleed met planken.
In de toren hangen twee klokken, één uit ongeveer 1370 en de andere uit 1404. De klok uit 1370 meldt dat het hier om een Petruskerk gaat.

Interieur
De kerk heeft een kansel uit 1642 met Friese getoogde panelen. In het interieur valt de kansel uit 1642 met doophek op. ‘Zijt daders des woords en niet alleen hoorders’ vermaant een opschrift op het met siersmeedwerk gedecoreerde galerijhek. De kerkbanken zijn uit de kerk verwijderd. Het liturgisch centrum bestaat uit een lage tafel met daarom heen een halve cirkel met stoelen.

Huidig gebruik
De kerk van Lichtaard wordt beheerd door een actieve Plaatselijke Commissie, die onder meer concerten en exposities organiseert, maar die de kerk ook verhuurt voor (familie)bijeenkomsten en rouw- en trouwdiensten. Meestal is de kerk wel open en zijn bezoekers welkom.

De Gertrudiskerk staat op een opmerkelijk hoog terprestant. De huidige kerk is in het midden van de 16de eeuw opgetrokken van bouwmateriaal van een voorgangster en heeft een eeuw later (1642) een omklamping gekregen. In de zuidmuur staat een reeks segmentvormig gesloten vensters in geprofileerde dagkanten; bij de voorkerk zien we ze in een kleiner formaat. Aan de westzijde staat bovendien de korfbogig gesloten ingang in een spitsboognis. Onder de dakvoet zit een reeks houweelvormige muurankers. De vijfzijdige sluiting heeft, op de noordelijkste wand na, geen vensters. In de noordmuur staan twee vensters van hetzelfde type als die aan de andere zijde en er zijn sporen te zien van twee soortgelijke, dichtgemetselde vensters. Aan de westzijde staat in deze muur bovendien een spitsbogige nis die ongetwijfeld de noordelijke ingang heeft bevat. Hier zien we opnieuw houweelvormige ankers. De westelijke gevel is, op de plint en de hoeken met oude baksteen na, met de westgevel van de ingebouwde toren in kleine, bruine steen vernieuwd. Er staat een grote, rondbogige ingang in en hoog, asymmetrisch geplaatst rondboogvenstertje.

De toren met zadeldak is in 1851 grotendeels vernieuwd of beklampt; aan de oostzijde zijn boven het kerkdak gedeelten van oud muurwerk te zien. De zuidelijke en noordelijke torengevels zijn met houten delen en latwerk bekleed. In deze bruingeschilderde huid zitten kleine vierkante kijkuits. Op een van de topografische tekeningen uit de 18de eeuw is te zien dat deze wanden waren versierd met diepe nissen. Wellicht hebben die problemen gegeven en is de houten beklamping er tegenaan gezet.

Het interieur wordt gedekt door een gedrukt houten tongewelf met trekbalken op laatgotische, gesneden sleutelstukken. Tegen de oostelijke sluitmuur staat de preekstoel met klankbord binnen een doophek met balusters. Het uit 1642 daterende preekmeubel heeft gegroefde hoekzuilen en fraai getoogde panelen met middenornament. Op de westgalerij met een balustrade met opengewerkte ijzeren roosters staat geen orgel meer. Daar is de gevel beschilderd alsof het gewelf er koorvormig sluit. De kerk is eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken.