Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



Bouwstijl: Romaans
Datering: Vroege middeleeuwen

Ligging
Langs de weg tussen Dokkum en Holwerd ligt het prachtige terpdorp Foudgum.

Verbouw
Aan het eind van de 15de en in de eerste helft van de 16de eeuw is de kerk belangrijk verbouwd: de oostelijke geveltop van de toren is toen opgetrokken en in de noord- en zuidgevel van de toren zijn de sporen van de verbouwing terug te vinden als een verbrokkeld metselverband. De westelijke geveltop werd geheel opnieuw gemetseld. Dit verklaart de vele ankers aan de westzijde van de toren. De verbouwing is gedateerd door ankers in de topgevel, die het jaartal 1753 vormen.

Exterieur
De kerk is een eenvoudig éénbeukig gebouw: vier raamtraveeën diep met een driezijdige koorsluitingen een zadeldaktoren. In de.noord- en zuidgevel van.de toren zijn de dichtgezette bogen te zien, die in verbinding stonden met de flankerende aankapping van het schip en zodoende een gereduceerde westwerk vormde. De ongelede toren wordt afgesloten door een zadeldak tussen topgevels, gedekt met zwart geglazuurde gegolfde pannen.
Het schip is in 1808 in één bouwcampagne opnieuw opgetrokken. Het opgaande muurwerk van het schip is te weerszijden van de toegangen en op de hoeken van de koorsluiting geleed door lisenen op een plint. De zuidelijke toegang is na 1808 gedicht. De rondboogvensters hebben een ijzeren roedeverdeling. Het schip van de kerk wordt gedekt door een zadeldak met driezijdige sluiting, belegd met zwart geglazuurde platte Friese pannen. Op de makelaar boven het koor staat een windvaan met het wapen van Foudgum.

Interieur
Het kerkinterieur is zeer eenvoudig met een axiale opstelling van de banken als in een gehoorzaal: van achter naar voren lopen de banken naar beneden. De toegang onder de galerij is een getimmerde wand met een rondboogdeur met er naast schijndeuren. De dubbele paneeldeur wordt geflankeerd door Ionische pilasters, waarop een kroonlijst en een tandlijst zijn gelegd. Hierop rust de balustrade van de orgelgalerij. In de toren liggen twee keien afkomstig uit de fundamenten op de hoeken van het westwerk. De gewichten die erboven hangen behoren bij het slingeruurwerk uit 1640 dat in 1978 geëlektrificeerd werd. Op de torenzolder hangen twee luidklokken. De grote klok dateert uit 1395.

Orgel
Op de nog altoos lege kraak werd in 1924 een zogenaamd kabinetorgel uit het begin van de 19de eeuw geplaatst door de fa. Bakker en Timmenga. Het orgel was afkomstig uit de Vrij Evangelische kerk te Leeuwarden. De bouwer is J.E. Hageman, Amsterdam, ca. 1775. Het instrument oogt als een kabinet, maar bij het openen van de kastdeuren, die tijdens de restauratie in 1989 opnieuw werden aangebracht, wordt het orgelfront zichtbaar: drie pijpvelden met verguld giet-lofwerk. Ook de stijlen tussen de velden zijn versierd. Bij de restauratie bleef de gewijzigde klaviatuur en registratuur gehandhaafd. Het instrument heeft 16 registertrekkers. Een aantal zijn loos, ter wille van de symmetrie.

Huidig gebruik
Naast de eredienst wordt het kerkje gebruikt voor begrafenis- en trouwdiensten. Iedereen kan tegen vergoeding van de onkosten gebruik maken van het romantische kerkje. Ook kunnen er kleine concerten worden georganiseerd (max 70 personen). U dient hiervoor contact op te nemen met de Plaatselijke Commissie die het beheer en verhuur van het kerkgebouw verzorgt. Kijk voor meer informatie op de
website van de plaatselijke commissie .

De Mariakerk staat op een terprestant. Van de oorspronkelijke kerk bestaan alleen de omstreeks 1200 gebouwde delen van de toren nog. Deze toren maakte deel uit van een gereduceerd westwerk. De restanten van de boogvormige doorgangen naar de zijruimten zijn als sporen in de noordelijke en zuidelijke muur te zien. Deze bogen hangen opvallend scheef. Dat is het gevolg van de verzakking van de toren in westelijke richting waardoor in de 15de eeuw correcties noodzakelijk waren. De toren is toen bovendien verhoogd.

De westelijke vleugelmuren en aansluitende gedeelten aan de noord- en zuidzijde zijn vernieuwd of ommetseld. In 1753 is de toren nogmaals hersteld; zie het anker in de geveltop. De toren staat met een steviger fundament sindsdien loodrecht, de oostgevel hangt nog steeds scheef. In het begin van de 19de eeuw bleek de stabiliteit nog goed, maar de kerk was zo bouwvallig dat besloten werd om een nieuwe kerk te bouwen, waarvoor in 1808 de eerste steen werd gelegd. Het schip is vier traveeën diep en de sluiting is driezijdig met lisenen op de hoeken. De dubbele deur heeft daar een halfrond bovenlicht. Aan de zuidzijde heeft eenzelfde toegang gezeten, maar die is dichtgezet met behoud van het bovenlicht ter verlichting van de voorkerk. De rondgesloten vensters bezitten ijzeren roeden.

Inwendig is de ruimte gedekt door een gedrukt houten tongewelf. Het middenpad tussen de eenvoudige bankenrijen leidt naar het liturgisch centrum dat is afgesloten door een koorhek met balusters. Daarin staat tegen de oostelijke sluitwand de preekstoel met klankbord. De kanselkuip met ranke, gecanneleerde hoekzuiltjes dateert uit het begin van de 17de eeuw, maar er zijn latere wijzigingen zoals de steun in de vorm van een korte ionische zuil. Het kabinetorgel op de westelijke galerij dateert uit 1775 en is in 1924 overgenomen uit een andere kerk.

Ten noorden van de kerk staat de interessante voormalige pastorie, waar van 1859 tot 1862 dominee François HaverSchmidt woonde, die met melancholieke gedichten onder het pseudoniem Piet Paaltjens naam maakte.