Leider können wir im Moment nur Teile dieser Website in deutscher Sprache zur Verfügung stellen. Für diejenigen Teile der Website, die noch nicht übersetzt wurden, empfehlen wir die Verwendung der unter dem Artikeltitel genannten Google Translate-Option.



De dorpskerk van Drogeham staat met haar zadeldaktoren op een geest of gaast, een hoge zandrug. De middeleeuwse kerk was gewijd aan Sint-Nicolaas, had een romaans karakter en was net als de toren gebouwd in de 13de eeuw. De kerk raakte in de loop van de 19de eeuw bouwvallig en men wilde haar vervangen door nieuwbouw. Vanuit Den Haag kwam de opdracht om daarbij de bouworde, de stijl van de oude kerk, aan te houden. Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken werd onder leiding van Victor de Stuers in de jaren 1870 een begin gemaakt met wat nu monumentenzorg heet. In Friesland kwamen enkele restauraties van de grond, maar er waren ook gebouwen die in oude stijl mochten worden herbouwd. De in 1876-’77 vernieuwde kerk van Drogeham is onder leiding van de gemeentearchitect van Achtkarspelen, Van der Werf, in neoromaanse stijl vernieuwd. Bij de inwijding van de kerk in januari 1877 meldde men dat het gebouw er goed afgewerkt uitzag, maar dat het jammer was dat de commissie van rijksadviseurs de bouworde der oude kerk had voorgeschreven. Daardoor kwam er te weinig licht in de kerk en was de ruimte somber.

Het nieuwe schip is gebouwd op de grondslag van de oude kerk en het laat het complete programma van een romaanse dorpskerk zien. Het muurwerk is door lisenen in vakken verdeeld. De hoge borstwering is gesloten, in het register daarboven staan rondboogvensters en de gevels worden afgesloten met een boogfries. De oostzijde heeft een weinig inspringende, halfronde sluiting met nog kleinere rondboogvensters. Alleen de ingangen zijn met consoles en lateien van kunststeen modern.

De oude toren bestaat uit twee geledingen, waarvan de onderste rechthoekige spaarvelden bezit, aan de zuidzijde afgedekt door lijstwerk van roze Bremer zandsteen, aan de andere zijden gedekt door keperfriezen. Boven staat in ankers het jaartal 1704 tegen de zuidgevel; het jaar van herstelwerkzaamheden en mogelijk het aanbrengen van het huidige zadeldak. De gepaarde galmgaten staan in rondboognissen en op de overgang naar de geveltoppen zitten tandlijsten.