Terwispel - dorp in Friesland
Terwispel
Terwispel is een streekdorp dat voor de verveningen in de 19de eeuw een dorp in een zeer vruchtbare streek werd genoemd. Met in het noorden tot het Oud- of Koningsdiep – de bovenloop van de Boarn – goede weilanden en ten zuiden hoog, vruchtbaar bouwland. Tussen de rijweg en de noordelijker lopende Oude Dijk was het land al vroeg vergraven en daar stond juist de kerk. In het zuidoosten hoorden de buurt Trimbeets – nu horend bij Gorredijk – en ten zuidwesten de buurt Klieze (of Klidse, Klisse) waar ook al vroeg land was vergraven, bij Terwispel. Verder in het westen hoorde ook de streek waar Tijnje zich zou ontwikkelen bij dit dorp.
In 1848 werd ten oosten van de buurt de Nieuwe Vaart gegraven die voor een goede verbinding met Gorredijk zorgde en die ten noordwesten van Terwispel bovendien de vervallen middenloop van de Boarn verving. De lage verveningen brachten een sterke groei teweeg. Woonden aan het begin van de 19de eeuw ongeveer 500 mensen in het dorpsgebied van Terwispel, in 1895 waren het er 2400. De groei vond vooral plaats in de omgeving van de intussen al vernieuwde ophaalbrug over de Nieuwe Vaart. Terwispel kreeg met de waterbuurten Kolderveen en Spaltenbrêge de vorm van een kruisdorp met bebouwing aan de oude Streek en aan de vaart. Op de hoek bij de brug werd een coöperatieve zuivelfabriek gesticht. De buurschap Tijnje ging na een sterke groei een toekomst als zelfstandig dorp tegemoet.
De hervormde kerk is in 1864 gebouwd op de plaats van de oude kerk. Het is een zaalkerk met een driezijdig gesloten koor en door lisenen gelede muren waarin vrij grote rondboogvensters staan. De toren is ingebouwd en wordt in de westelijke gevel met drie grote rondboogvensters eveneens door lisenen gemarkeerd. In de toren hangt een klok, in 1694 gegoten door Petrus Overney. De toren wordt bekroond door een ingesnoerde spits. Dorpsuitbreidingen hebben aan de noordwestelijke zijde (Smidte) en de zuidoostelijke zijde (Mounesleat/Visserwei) plaatsgevonden.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel