Skingen - dorp in Friesland
Skingen
Schingen is een terpdorp dat omstreeks het begin van de jaartelling is ontstaan. Misschien zelfs eerder, omdat er in de buurt vondsten uit de Romeinse tijd zijn gedaan, die aantonen dat het gebied toen al bewoond was. Voorheen hebben hier de staten Wobbema en Blaauwhuis gestaan. De state Stehouders lag flink zuidelijk van het dorp.
Schingen is klein gebleven en een karakteristiek agrarisch dorp. Het bestaat eigenlijk alleen uit de Buorren die in westelijke richting wordt voortgezet als Anemawei en in oostelijke richting als Slappeterpsterdyk. Er staat een vrij open en zeer gevarieerde bebouwing.
Voorheen lag het dorp tamelijk geïsoleerd, al bood de Schingervaart en na een scherpe bocht de Oude Meer, een vrij korte waterverbinding met de Harlingertrekvaart.
De Tegenwoordige Staat van Friesland meldde in 1786: ‘Van dit dorp loopt eene binnenvaart naar de trekvaart; doch met rydtuigen kan men van Sweins, Peins, Dronryp en Menaldum in dit dorp alleen komen door de landen en menigvuldige hekken.’ Ruim een halve eeuw later was er veel verbeterd. In 1842 kwam de rijksstraatweg van Leeuwarden naar Harlingen tot stand en Schingen kreeg in 1850 zijn eigen rijweg naar deze belangrijke verkeersader.
Er zijn berichten dat Schingen een kerk had die wel uit de 12de eeuw kon stammen en beeldmateriaal uit de 18de eeuw kan dat wel bevestigen. Maar in 1877 besteedde de kerkvoogdij het afbreken van de oude en het bouwen van een nieuwe kerk met toren aan die ontworpen was door architect F. Brouwer uit Cornjum. De bouw werd voor bijna 10.000 gulden gegund aan aannemer Keuning uit Sint-Annaparochie. Het werd een zaalkerk met een driezijdig gesloten koor met een half ingebouwde toren. Deze toren in drie geledingen en met een ingesnoerde naaldspits kreeg overhoekse steunberen. Het schip wordt verlicht door spitsboogvensters en de kerk vertoont meer neogotische vormen. Op het kerkhof staat een grafsteen van de beoefenaar van het Fries damspel Izaäk Hogerhuis met een afbeelding van dit spel.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel