Loënga - dorp in Friesland
Loënga
Het terpdorp Loënga behoort tot de ‘Sneeker-Vijfga’ omdat het met Offingawier, Scharnegoutum, Goënga en Gauw de groep Wymbritseradeelster dorpen vormt die ten noorden van Sneek lagen. De laatste drie zijn dat nog steeds, maar in 1984 zijn Loënga en Offingawier bij Sneek gevoegd.
De ontsluiting was in vroeger eeuwen een eigen opvaart naar de Sneeker Oudvaart. Het dorpsgebied is vrij uitgestrekt geweest, maar nu is de fraaie herenboerderij Haubois zelfs ingebouwd geraakt aan de rand van de nieuwe stadswijk Pasveer van Sneek, genoemd naar de Loëngaster buurschap, waar buiten de grasdrogerij nauwelijks meer iets van resteert. Er staan verspreid in het land boerderijen waar de meeste Loëngasters wonen. De oude kern bestaat uit enkele woningen terzijde van het hoge kerkhof, de rest van de terp. Het vormt een oase van rust nabij de drukke stad Sneek. Het kerkhof heeft een dubbele haag en een zoom van bomen. De kerk die toegewijd was aan Sint-Nicolaas en in elk geval dateerde uit de vroege 14de eeuw, is in het midden van de 18de eeuw afgebroken. De kleine gemeenschap heeft een klokkenstoel opgericht om de kerkklok in op te hangen, die op gezette tijden te luiden en de doden naar hun graf te begeleiden. Het is een hoge klokkenstoel met een zadeldak gedekt met leien en versierd met aardige details in de topgeveltjes: makelaars en dakranden. De klok uit 1670 is door de bezetter meegenomen. In 1950 kon een nieuwe klok worden geluid, wat tegenwoordig tweemaal daags gebeurt.
De tekst op de klok luidt dan ook:
Myn wente stiet yn Loaijingea,
Myn lûd heard Snits oant Goaijingea.
Ik loovje hjir mei myn gebrom
It Fryske lân fol ear en rom.
Ik rop ta wurk,
ik rop ta rêst,
En hâld it leauen oan God fêst.
Op het kerkhof ligt onder anderen dominee Sipke Huismans begraven, de mede-oprichter van het Kristlik Frysk Selskip en een pleitbezorger van de Friese taal in de kerk.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel
FYP: Gemeente Sudwest Fryslân