Dokkum -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaOudeschoot -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaEe -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaTerherne -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaZurich -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaNes (Ameland) -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaOudega (Smallingerland) -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaOudehorne -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaTernaard -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaJoure -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaScharsterbrug -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaNijega -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaKollum -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaOudemirdum -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaMantgum -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaLoënga -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaWesternijtsjerk -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaJubbega -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaSexbierum -Lees meerTekst: © Foto: © Bauke FolkertsmaDe kleinste vissershaven van Europa De kleinste vissershaven van Europa Het haventje van Laaksum wordt wel de kleinste vissershaven van Europa genoemd; en Laaksum zelf het kleinste vissersdorp. Harde bewijzen daarvoor zijn er niet, maar het haventje is hoe dan ook een bijzondere plek. Hier kwam in 1345 een deel van het leger van graaf Willem IV van Holland aan land, hetgeen leidde tot de beroemde Slag bij Warns. Minder bekend is dat er op 10 juni 1498 opnieuw gevochten werd. Deze Slag bij Laaxum luidde het militaire einde in van de Friese Vrijheid. Tegenwoordig is het een vreedzame, rustige en schilderachtige plek. Eeuwenlang is op het Vrouwenzand, een ondiepte ten zuiden van Laaksum, gevist op bot. Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 verdween de visserij langzamerhand. De Laaksumer bot, in 2009 officieel erkend als streekproduct, wordt alleen nog gevangen door de broers Jan en Joop de Vries. Lees meerTekst: © Foto: © Beeldbank FrieslandWonderlandStania State Staniastate In het dorp Oentsjerk stonden ooit vier staten. Nu is alleen Staniastate nog over aan de weg naar Oudkerk. Achter het toegangshek doemt het 19de eeuwse landhuis, omgeven door een fraaie tuin in landschapsstijl, op. De in neo-classicistische stijl gebouwde state wordt geflankeerd door twee bijgebouwen. De tuin is door de tuinarchitect L.P. Roodbaard ontworpen en bevat enkele vijverpartijen en bijzondere tuinsieraden zoals een eendengrot. De geschiedenis van de state gaat terug tot de 16de eeuw. De eerste bekende eigenaar was Jeppe van Stania. In de 18de eeuw betrok grietman Hans van Haersma de state, die hij liet verbouwen. De tuin werd in de toen modieuze barokstijl door de stadhouderlijke hovenier Johann Hermann Knoop uit Leeuwarden aangelegd. Staniastate werd in de 19de eeuw ook als zomerverblijf gebruikt. Belangrijke eigenaren waren Jan Hendrik van Boelens en Wilco Julius van Welderen baron Rengers, beiden burgemeester van Leeuwarden. In 1889 vond een bijzonder huwelijksfeest plaats, van Willem van Rengers en Adeline barones van Heemstra, afkomstig van Fogelsanghstate te Veenklooster. De laatste Rengers, freule Clara, bewoonde de state tot 1930. Hierna werd het landhuis eigendom van het Sint Anthonygasthuis te Leeuwarden en kreeg de functie van uithof van het Fries Museum. In 1963 werd Staniastate aan de gemeente Tietjerksteradeel en het park aan Staatsbosbeheer verkocht. Nu herbergt het gebouw een kantoor en een restaurant. Toegankelijkheid: Hoofdgebouw niet te bezichtigen. Park vrij toegankelijk. Brasserie met terras is open op zaterdag en zondag vanaf 10.00 uur op afspraak.Lees meerTekst: © Foto: © Beeldbank FrieslandWonderlandHopmansbrug Midlum, bij Kanaalweg 27: Hopmansbrug De oude trekvaart tussen Harlingen en Franeker volgde juist ten oosten van Harlingen een zeer bochtig traject, dat in de in de jaren '70 van de vorige eeuw in erbarmelijke toestand verkeerde. Te langen leste besloot men in 1894 een afsnijding te graven, bedoeld voor een beter transitoverkeer tussen de zeehaven en het achterland. De Hopmansbrug vormde onderdeel van het totale project. In het zuidelijke landhoofd van de brug is een stroomboog gemetseld. Het ijzerwerk aan de draaibrug werd geleverd door de ijzergieterij 'Hollandsche IJssel' te Oudewater. De brugwachterswoning op de noordelijke oever is eveneens in 1894 gebouwd, naar een gestandaardiseerd ontwerp van Provinciale Waterstaat. Lees meerTekst: © Foto: © Provincie FryslânUitwateringssluis te Aduarderzijl Uitwateringssluis In Groningen werd de waterhuishouding vroeger geregeld door zijlvesten, een Groninger benaming voor waterschap. Het Aduarderzijlvest was verantwoordelijk voor de afwatering van het gebied ten noorden van Aduard. Hiervoor bouwde het zijlvest in 1706 een bakstenen uitwateringssluis bij het gehucht Aduarderzijl, op het punt waar het Aduarder Diep uitmondt in het Reitdiep. Bij de afsluiting van het Reitdiep in 1867 werd een nieuwe grotere uitwateringssluis naast de oude sluis gebouwd. De uitwateringssluis bestaat uit een in baksteen gemetselde constructie, met twee doorlaatopeningen. Aan de landzijde is het metselwerk fraai versierd met gebogen randen, en een middenpijler waarop een hardstenen gedenksteen is aangebracht met de namen van de bestuurders van het waterschap. Aan de landzijde is een brug geplaatst over het Aduarderdiep, met fraai gedetailleerde smeedijzeren leuningen. Na de afsluiting van het lauwersmeer in 1969 heeft de Aduarder uitwateringssluis geen waterkerende functie meer. In 1992 werd het complex gerestaureerd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandDraaibrug te Aldeboarn Bij Britteburg 1: draaibrug In het centrum van Aldeboarn liggen twee ijzeren draaibruggen over het riviertje de Boorne. De draaibrug bij Britteburg 1 is een eenvoudige stalen constructie met twee verticale staanders, met elkaar verbonden door een boog. Aan de zijde van het scharnierpunt van de brug is in de kade een gemetseld looppad aangebracht, waarbinnen het uiteinde van de brug kon draaien als de brug werd opengedraaid.Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandSchutsluis te Appelscha Schutsluis In het begin van de negentiende eeuw werd ter ontsluiting van het veengebied in oost-stellingwerf een kanaal gegraven, de Opsterlandsche Compagnonsvaart. Om het hoogteverschil tussen Oosterwolde en de Drentse grens te overbruggen, werden een aantal schutsluizen voor de scheepvaart aangelegd. Bij de Industrieweg in Appelscha werd de schutsluis 'het Zevende verlaat' aangelegd ('verlaat' is een in het noorden gebruikte term voor sluis). De schutsluis werd oorspronkelijk in 1819 gebouwd en in 1890 vernieuwd. De sluiskolk heeft gemetselde sluiswanden, over het buitenhoofd ligt een smalle ijzeren ophaalbrug voor voetgangers. Naast de sluis werd in 1890 een sluiswachterswoning gebouwd, in de traditionele stijl van een Stellingwerfse boerderij. De sluiswachterswoning is in 1955 gerestaureerd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandKalkoven te Appingedam Kalkoven Van de ooit talrijke kalkbranderijen in de provincie Groningen zijn slechts twee bedrijven anno 2002 overgebleven: de kalkoven in Appingedam en de kalkovens van de Fa. Wigboldus in Garmerwolde. De drie kalkovens in Garmerwolde zijn door een verbouwing tot woonhuis sterk veranderd, maar de oven in Appingedam verkeert nog geheel in de oorspronkelijke staat. De kalkoven staat op het terrein van gemeentewerken, Dijkhuizen 36. In 1900 werd op deze plaats aan het Damsterdiep een kalkbranderij gesticht door B. Dijkstra, onder de naam 'de Fivel'. Later wordt het complex overgenomen door de dakpannenfabrikant N.J.Doornbos uit Opwierde. In 1923 wordt een schelpenlift met elektrische aandrijving gebouwd, welke in 1987 werd overgebracht naar de kalkbranderij in het openluchtmuseum te Enkhuizen. De kalkoven was tot in de jaren zestig nog in bedrijf. De oven bestaat uit een hoge, ronde, flesvormig gemetselde constructie, met een uitkragend deel aan de bovenzijde. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandGraanpakhuis te Assen Graanpakhuis Aan de Vaart Noordzijde werd in 1916 dit forse graanpakhuis met een hoogte van 18,5 meter gebouwd naar een ontwerp van architect Y.D.Haverhuis. In het gebouw met 5 verdiepingen was niet alleen opslagruimte ondergebracht, maar ook een machinekamer en een wagenberging. Het graanpakhuis heeft een constructie van gewapend beton, aan de buitenzijde met baksteen bekleed. Aan de rechterzijde bevinden zich op alle verdiepingen houten laaddeuren. Van hier uit konden de goederen in- en uitgeladen worden naar de schepen die direct voor het pakhuis in de Vaart aanlegden. Ook kon het graan via een zuigbuis vanuit de bovenste verdieping van het pakhuis worden opgezogen vanuit de vrachtschepen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandSluiswachterswoning te Assen Sluiswachterswoning In 1861 kreeg Assen een vaarverbinding met Groningen via het Noord-Willemskanaal. Het kanaal takte iets ten westen van het centrum van Assen af van de Vaart, het laatste stuk van de Drentsche Hoofdvaart. Direct na het begin van het kanaal werd een schutsluis aangelegd. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werd het Noord-Willemskanaal ten westen van de stad omgeleid, en werd het oude kanaaltracé door het centrum gedempt. Ook de oude schutsluis verdween, maar het sluiswachtershuis bleef staan. Het sluiswachtershuis aan de Sluisstraat bestaat uit een eenvoudig rechthoekig bakstenen huis met traditionele vensters en een zadeldak. De voorgevel is witgepleisterd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandBrugwachterswoning te Barnflair Brugwachterswoning In het veenkoloniale gebied zijn nog vele authentieke brug- en sluiswachterwoningen te vinden. Tot de fraaiste behoort deze monumentale sluiswachterwoning aan de Munnekemoer in het dorp Barnflair, ten zuiden van Ter Apel. De woning dateert uit 1875 en is in rijke eclectische stijl gebouwd, met een vooruitspringend voorhuis. Boven de ramen zijn witgepleisterde sierlijsten aangebracht. In de voorgevel bevind zich een zeventiende- eeuwse wapensteen met het Groninger stadswapen. Deze steen is afkomstig van het in 1874 gesloopte Waaggebouw op de Grote Markt in Groningen. Na de sloop besloot het stadsbestuur de wapensteen in te metselen in de sluiswachterwoning, aldus de macht symboliserend die de stad Groningen had als eigenaar van de veenkoloniale kanalen, sluizen en bruggen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandRolpaal te Barnflair Rolpaal Op de plaats, waar het Rutenbrockkanaal zich afsplitst van het Ter Apelkanaal, staan 2 ijzeren rolpalen in de berm van het kanaal. De rolpalen herinneren aan de tijd dat de schepen in de Groninger kanalen bij windstilte door middel van een scheepslijn werden voortgetrokken(het z.g. 'jagen'). Om de schepen de bocht te kunnen laten maken naar het Rutenbrockkanaal, werden aan weerszijden van de kanaalingang 2 ijzeren rolpalen geplaatst. De rolpalen zorgden voor een geleiding van de jaaglijn, zodat de schepen niet in de kanaaloever terechtkwamen. De rolpalen bestaan uit een stalen constructie, met aan de boven- en onderzijde een bevestigingspunt, waartussen een houten of stalen rol werd geplaatst. De rol draaide om zijn as, zodat de kabel van de scheepsjager er langs kon schuren. De rolpaal is in Nederland een zeer zeldzame verschijning geworden, alhoewel ze in de provincie Groningen nog op enkele plaatsen voorkomen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandGasfabriek te Bedum Gasfabriek Aan het Boterdiep in Bedum staat een van de meest gaaf bewaard gebleven gasfabrieken in de provincie. Het complex, bestaande uit een zuiveringshuis, ketelhuis en directeursvilla werd in 1910 gebouwd in jugendstilstijl naar een ontwerp van architect J.A,Reyers uit Kampen. Nadat men in 1955 overging op de productie van propaangas is de gasfabriek verkocht aan een bedrijf dat chemische bouwstoffen maakt. In 1985 is het complex verkocht aan elektriciteitsmaatschappij EDON. In de jaren zestig werden de twee gashouders gesloopt. De fabrieksgebouwen zijn opgetrokken in rode baksteen, onderbroken door sierbanden in gele steen. De ingangspartijen in de voorgevel hebben een rondboogvorm. De SIEN-N heeft in 2001 een beschermingsprocedure gestart om de gebouwen van de bedumer gasfabriek op de rijksmonumentenlijst te plaatsen. In samenwerking met een architectenbureau worden plannen ontwikkeld om het complex te restaureren en een nieuwe bestemming te geven. Een hinderpaal hierbij vormt de ernstige bodemverontreiniging die bij het complex is gesignaleerd. De gemeente Bedum wil het complex slopen om daarna de bodemverontreiniging te kunnen saneren. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandDraaibrug te Briltil Draaibrug Groningen kent een uitgebreid net van kanalen, welke op vele plaatsen overbrugd worden door diverse brugtypen. Tot een van de meest toegepaste oververbindingen behoort de draaibrug. In Briltil ligt over het Hoendiep een ijzeren draaibrug uit het begin van de twintigste eeuw. Na ontgrendeling kon de brug door een persoon gemakkelijk worden opengedraaid De ijzeren bovenbouw met houten rijdek draait op een ijzeren tandwielconstructie, welke is bevestigd op een gemetselde ronde pijler. De laatste jaren zijn vele van dit soort karakteristieke bruggen door de eisen van het moderne verkeer helaas vervangen. De brug in Briltil behoort tot de laatste van dit type in dit gedeelte van Groningen.Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandSchutsluis te Buinen Schutsluis Tot de vele kanalen die in het begin van de twintigste eeuw werden gegraven, behoort ook het kanaal Buinen-Schoonoord. Dit kanaal vormt de ontbrekende schakel tussen het in 1852 gegraven Oranjekanaal en de Drentse Veenkoloniën, die achter Buinen beginnen. De aanleg van het 16 KM lange handgegraven kanaal duurde van 1927 tot 1929. Vooral het laatste deel bij Borger kostte veel moeite, aangezien op deze plaats de Hondsrug werd doorsneden, en het hoogteverschil de aanleg van sluizen noodzakelijk maakte. Het kanaal werd in de jaren zestig voor de scheepvaart gesloten. Ten noorden van Buinen is bij de buurtschap Eeserveen nog een oude sluis te vinden. De sluiswanden zijn gemetseld in rode baksteen, de bovenzijde van de landhoofden zijn afgewerkt met natuurstenen blokken. In het sluishoofd, waaruit de sluisdeuren zijn verwijderd, is een gevelsteen aangebracht met het jaartal '1928'. De sluis wordt nu als stuw gebruikt door het waterschap. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandAardappelmeelfabriek te Coevorden Aardappelmeelfabriek Aan het kanaal Coevorden - De Haandrik werd in 1908 de coöperatieve aardappelmeelfabriek 'De Centrale' gevestigd. De fabrieksgebouwen werden ontworpen door de uit Coevorden afkomstige architectenbroers Wierenga. De fabriek bestaat uit een productiehal aan de kanaalzijde, met ketelhuis en schoorsteen. Aan de achterzijde van de fabriek staan een aantal in baksteen opgetrokken fabriekshallen met sheddaken. Naast de fabriek staan een houten turfloods. De ligging aan het kanaal was bewust gekozen vanwege de aan- en afvoermogelijkheden per schip. In 1945 werd de voorgevel van de fabriek getroffen door een geallieerd bombardement, waarbij enkele arbeiders omkwamen en een deel van de fabriek in puin werd gelegd. Na de oorlog werd dit fabrieksgedeelte weer opgebouwd in sobere stijl, met hoge, smalle verticale raampartijen. Een gedenksteen in de voorgevel herinnert aan het bombardement. Links van de fabriek staat een rijtje van tien arbeiderswoningen, die vroeger bij de fabriek hoorden. Sinds 1964 is de fabriek buiten bedrijf. De bedrijfshallen worden nu gebruikt als atelierruimte voor lokale kunstenaars. In 1996 is de fabrieksschoorsteen voor de helft gesloopt. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandTramstation te Coevorden Tramstation Ooit was de grensstad Coevorden het knooppunt van twee tramlijnen: de Dedemsvaartsche Stoomtram Maatschappij(DSM) en de Eerste Drentsche Stoomtrammaatschappij(EDS). De DSM-lijn liep van Dedemsvaart naar Coevorden, de EDS-lijn van Hoogeveen via Coevorden naar Nieuw-Amsterdam. Na de opheffing van beide tramlijnen in 1947 bleven de stationsgebouwen staan. Het stationsgebouw van de Dedemsvaartsche Stoomtram Maatschappij(DSM) aan de Krimweg werd in 1910 gebouwd. Het stationsgebouw is in traditionele stijl gebouwd, en heeft een langgerekte vorm, met een vooruitspringend middendeel met topgevel, waar vroeger de ingang was. Op de kopgevel aan de oostzijde staat in letters de naam `station DSM'. Het stationsgebouw is nu als woning in gebruik. Het tramstation van de EDS staat aan de Looweg, en is nu in gebruik als kantoor. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandZuivelfabriek te De groeve Zuivelfabriek In 1893 werd in de buurtschap De Groeve, gemeente Zuidlaren de coöperatieve stoomzuivelfabriek 'Zuidlaren' gesticht. In 1928 werd de zuivelfabriek afgebroken en vervangen door een grotere fabriek, in een expressionistische bouwstijl met horizontaal gelede bouwlagen. Bij de bouw van de nieuwe fabriek bleef de oude fabrieksschoorsteen staan, het kantoor van de fabriek werd er omheen gebouwd. In de jaren zestig werd de fabrieksschoorsteen afgebroken met uitzondering van de fraai versierde vierkante gemetselde schoorsteenvoet. Dit schoorsteenrestant is bijzonder, omdat in de sokkel een gedenksteen is ingemetseld, waarop de namen staan vermeld van de stichters van de fabriek uit 1893. Ook de naam van de toenmalige architect, M.Viets en de aannemer, A. Daanje staan er op vermeld. Het is waarschijnlijk de enige fabrieksschoorsteen in Nederland met een dergelijke gedenkplaat. De zuivelfabriek werd gesloten in 1968 en is nu in gebruik als garage. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandSteenfabriek te Delfzijl Steenfabriek De steenfabricage was in de negentiende eeuw een bloeiende bedrijfstak in het noorden. In de provincie Groningen waren aan het begin van de twintigste eeuw zo'n tachtig steenfabrieken in bedrijf, met een sterke concentratie langs het Damsterdiep, het Boterdiep en het Winschoterdiep. Aan het Damsterdiep bij Delfzijl staat een van de laatste nog in bedrijf zijnde steenfabrieken in de provincie, het bedrijf van de Fa. Hijlkema. In 1916 kochten Jan en Hijlke Hijlkema het reeds bestaande bedrijf aan het Damsterdiep, aan de Weg naar den Dam. Zij moderniseerden het bedrijf en lieten een z.g. zigzagoven bouwen, die bestaat uit acht gemetselde compartimenten, waardoor het vuur wordt rondgeleid van de ene kamer naar de andere. Het bijzondere van deze fabriek is dat anno 2002 nog steeds bakstenen worden gebakken in deze oude oven. Alleen wordt de oven niet meer zoals vroeger op turf en kolen gestookt, maar op aardgas. Op het terrein achter de ringoven met zijn indrukwekkende schoorsteen staan houten droogloodsen, waarin de stenen worden opgestapeld om in de buitenlucht te drogen. De steenfabriek van Hijlkema is de laatste in Nederland waar op deze authentieke wijze nog stenen worden gedroogd. Op het fabrieksterrein staan diverse oude machines opgesteld, die vroeger werden gebruikt bij het productieproces. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandKalkovens te Dieverbrug Kalkovens Aan de Drentsche Hoofdvaart bij Dieverbrug, aan de Rijksweg werd in 1925 een kalkbranderij opgericht door de NV Drentsche Bouwmaterialen Concordia te Meppel. De vestigingsplaats was gunstig vanwege de nabijheid van turf als brandstof, en de Drentse Hoofdvaart als transportroute. De kalkbranderij bestond aanvankelijk uit twee ovens en een leshuis, in 1928 werd een derde oven bijgebouwd. Na de sluiting van de kalkbranderij in 1959 werd een van de drie ovens afgebroken. In de jaren daarna raakten de resterende ovens steeds meer in verval en werd het leshuis afgebroken. Dankzij een initiatief van de Stichting Drents Monument werden de kalkovens in 1991 als rijksmonument aangewezen en in 1993 werden de ovens gerestaureerd als industrieel monument. De ronde gemetselde ovens zijn kegelvormig gebouwd, het bovenste deel van de ovens is als een traditionele fabrieksschoorsteen met een lengte van 11 meter gebouwd. Naast de ovens is nog het betonnen fundament te herkennen van de gesloopte derde oven. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandStoomolieslagerij te Drachten Moleneind NZ/Oliemolenstraat: stoomolieslagerij Aan het Moleneind ten westen van de kern Drachten vestigden zich in de negentiende eeuw enkele windhoutzaagmolens en een windoliemolen. De oliemolen bestond uit een hoog oprijzend, vierkant bakstenen onderstuk met taps toelopende muren. Hierop stond het houten achtkant van de windmolen. Aan het einde van de negentiende eeuw ging de olieslagerij over op stoomaandrijving en werd de windmolen afgebroken op het vierkante onderstuk na. In 1903 werd de olieslagerij door een brand verwoest. Direct werd het bedrijf weer opgebouwd, waarbij het vierkante molenrestant gehandhaafd bleef. Aan weerszijden van de molenonderbouw verrezen bedrijfsruimten in traditionele stijl, met rondboogramen. In de jaren zestig werden de bedrijfsgebouwen overgenomen door de bandenfabriek van de Fa. Dunlop-Enerka en werd de vaart voor het bedrijf gedempt. De oude fabrieksgebouwen met de molenonderbouw zijn tot de dag van vandaag blijven staan en vormen een markant industrieel ensemble. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord NederlandAardappelmeelfabriek te Eexterveenschekanaal Aardappelmeelfabriek Aan het Grevelingkanaal, in het verlengde van het Stadskanaal, werd in 1903 de coöperatieve aardappelmeelfabriek 'Wildervank en Omstreken' gebouwd. De fabriek is al jaren buiten bedrijf, maar van de gebouwen staat nog een groot deel overeind. Aan het kanaal staan een grote houten loods voor de opslag van aardappelmeel, waarachter een langgerekt fabrieksgebouw van drie verdiepingen schuilt gaat. De immens grote fabriekshallen dateren uit de jaren dertig, toen de fabriek fors werd uitgebreid. De fabrieksgebouwen hebben een betonnen constructie met zogenaamde paddestoelenkolommen, aan de buitenzijde zijn de gevels met baksteen bekleed. Het machinehuis met de schoorsteen is afgebroken. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125 | 126 | 127 | 128 | 129 | 130 | 131 | 132 | 133 | 134 | 135 | 136 | 137 | 138 | 139 | 140 | 141 | 142 | 143 | 144 | 145 | 146 | 147 | 148 | 149 | 150 | 151 | 152 | 153 | 154 | 155 | 156 | 157 | 158 | 159 | 160 | 161 | 162 | 163 | 164 | 165 | 166 | 167 | 168 | 169 | 170 | 171 | 172 | 173 | 174 | 175 | 176 | 177 | 178 | 179 | 180 | 181 | 182 | 183 | 184 | 185 | 186 | 187 | 188 | 189 | 190 | 191 | 192 | 193 | 194 | 195 | 196 | 197 | 198 | 199 | 200 | 201 | 202 | 203 | 204 | 205 | 206 | 207 | 208 | 209 | 210 | 211 | 212 | 213 | 214 | 215 | 216 | 217 | 218 | 219 | 220 | 221 | 222 | 223 | 224 | 225 | 226 | 227 | 228 | 229 | 230 | 231 | 232 | 233 | 234 | 235 | 236 | 237 | 238 | 239 | 240 | 241 | 242 | 243 | 244 | 245 | 246 | 247 | 248 | 249 | 250 | 251 | 252 | 253 | 254 | 255 | 256 | 257 | 258 | 259 | 260 | 261 | 262 | 263 | 264 | 265 | 266 | 267 | 268 | 269 | 270 | 271 | 272 | 273 | 274 | 275 | 276 | 277 | 278 | 279 | 280 | 281 | 282 | 283 | 284 | 285 | 286 | 287 | 288 | 289 | 290 | 291 | 292 | 293 | 294 | 295 | 296 |
De kleinste vissershaven van Europa De kleinste vissershaven van Europa Het haventje van Laaksum wordt wel de kleinste vissershaven van Europa genoemd; en Laaksum zelf het kleinste vissersdorp. Harde bewijzen daarvoor zijn er niet, maar het haventje is hoe dan ook een bijzondere plek. Hier kwam in 1345 een deel van het leger van graaf Willem IV van Holland aan land, hetgeen leidde tot de beroemde Slag bij Warns. Minder bekend is dat er op 10 juni 1498 opnieuw gevochten werd. Deze Slag bij Laaxum luidde het militaire einde in van de Friese Vrijheid. Tegenwoordig is het een vreedzame, rustige en schilderachtige plek. Eeuwenlang is op het Vrouwenzand, een ondiepte ten zuiden van Laaksum, gevist op bot. Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 verdween de visserij langzamerhand. De Laaksumer bot, in 2009 officieel erkend als streekproduct, wordt alleen nog gevangen door de broers Jan en Joop de Vries. Lees meerTekst: © Foto: © Beeldbank FrieslandWonderland
Stania State Staniastate In het dorp Oentsjerk stonden ooit vier staten. Nu is alleen Staniastate nog over aan de weg naar Oudkerk. Achter het toegangshek doemt het 19de eeuwse landhuis, omgeven door een fraaie tuin in landschapsstijl, op. De in neo-classicistische stijl gebouwde state wordt geflankeerd door twee bijgebouwen. De tuin is door de tuinarchitect L.P. Roodbaard ontworpen en bevat enkele vijverpartijen en bijzondere tuinsieraden zoals een eendengrot. De geschiedenis van de state gaat terug tot de 16de eeuw. De eerste bekende eigenaar was Jeppe van Stania. In de 18de eeuw betrok grietman Hans van Haersma de state, die hij liet verbouwen. De tuin werd in de toen modieuze barokstijl door de stadhouderlijke hovenier Johann Hermann Knoop uit Leeuwarden aangelegd. Staniastate werd in de 19de eeuw ook als zomerverblijf gebruikt. Belangrijke eigenaren waren Jan Hendrik van Boelens en Wilco Julius van Welderen baron Rengers, beiden burgemeester van Leeuwarden. In 1889 vond een bijzonder huwelijksfeest plaats, van Willem van Rengers en Adeline barones van Heemstra, afkomstig van Fogelsanghstate te Veenklooster. De laatste Rengers, freule Clara, bewoonde de state tot 1930. Hierna werd het landhuis eigendom van het Sint Anthonygasthuis te Leeuwarden en kreeg de functie van uithof van het Fries Museum. In 1963 werd Staniastate aan de gemeente Tietjerksteradeel en het park aan Staatsbosbeheer verkocht. Nu herbergt het gebouw een kantoor en een restaurant. Toegankelijkheid: Hoofdgebouw niet te bezichtigen. Park vrij toegankelijk. Brasserie met terras is open op zaterdag en zondag vanaf 10.00 uur op afspraak.Lees meerTekst: © Foto: © Beeldbank FrieslandWonderland
Hopmansbrug Midlum, bij Kanaalweg 27: Hopmansbrug De oude trekvaart tussen Harlingen en Franeker volgde juist ten oosten van Harlingen een zeer bochtig traject, dat in de in de jaren '70 van de vorige eeuw in erbarmelijke toestand verkeerde. Te langen leste besloot men in 1894 een afsnijding te graven, bedoeld voor een beter transitoverkeer tussen de zeehaven en het achterland. De Hopmansbrug vormde onderdeel van het totale project. In het zuidelijke landhoofd van de brug is een stroomboog gemetseld. Het ijzerwerk aan de draaibrug werd geleverd door de ijzergieterij 'Hollandsche IJssel' te Oudewater. De brugwachterswoning op de noordelijke oever is eveneens in 1894 gebouwd, naar een gestandaardiseerd ontwerp van Provinciale Waterstaat. Lees meerTekst: © Foto: © Provincie Fryslân
Uitwateringssluis te Aduarderzijl Uitwateringssluis In Groningen werd de waterhuishouding vroeger geregeld door zijlvesten, een Groninger benaming voor waterschap. Het Aduarderzijlvest was verantwoordelijk voor de afwatering van het gebied ten noorden van Aduard. Hiervoor bouwde het zijlvest in 1706 een bakstenen uitwateringssluis bij het gehucht Aduarderzijl, op het punt waar het Aduarder Diep uitmondt in het Reitdiep. Bij de afsluiting van het Reitdiep in 1867 werd een nieuwe grotere uitwateringssluis naast de oude sluis gebouwd. De uitwateringssluis bestaat uit een in baksteen gemetselde constructie, met twee doorlaatopeningen. Aan de landzijde is het metselwerk fraai versierd met gebogen randen, en een middenpijler waarop een hardstenen gedenksteen is aangebracht met de namen van de bestuurders van het waterschap. Aan de landzijde is een brug geplaatst over het Aduarderdiep, met fraai gedetailleerde smeedijzeren leuningen. Na de afsluiting van het lauwersmeer in 1969 heeft de Aduarder uitwateringssluis geen waterkerende functie meer. In 1992 werd het complex gerestaureerd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Draaibrug te Aldeboarn Bij Britteburg 1: draaibrug In het centrum van Aldeboarn liggen twee ijzeren draaibruggen over het riviertje de Boorne. De draaibrug bij Britteburg 1 is een eenvoudige stalen constructie met twee verticale staanders, met elkaar verbonden door een boog. Aan de zijde van het scharnierpunt van de brug is in de kade een gemetseld looppad aangebracht, waarbinnen het uiteinde van de brug kon draaien als de brug werd opengedraaid.Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Schutsluis te Appelscha Schutsluis In het begin van de negentiende eeuw werd ter ontsluiting van het veengebied in oost-stellingwerf een kanaal gegraven, de Opsterlandsche Compagnonsvaart. Om het hoogteverschil tussen Oosterwolde en de Drentse grens te overbruggen, werden een aantal schutsluizen voor de scheepvaart aangelegd. Bij de Industrieweg in Appelscha werd de schutsluis 'het Zevende verlaat' aangelegd ('verlaat' is een in het noorden gebruikte term voor sluis). De schutsluis werd oorspronkelijk in 1819 gebouwd en in 1890 vernieuwd. De sluiskolk heeft gemetselde sluiswanden, over het buitenhoofd ligt een smalle ijzeren ophaalbrug voor voetgangers. Naast de sluis werd in 1890 een sluiswachterswoning gebouwd, in de traditionele stijl van een Stellingwerfse boerderij. De sluiswachterswoning is in 1955 gerestaureerd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Kalkoven te Appingedam Kalkoven Van de ooit talrijke kalkbranderijen in de provincie Groningen zijn slechts twee bedrijven anno 2002 overgebleven: de kalkoven in Appingedam en de kalkovens van de Fa. Wigboldus in Garmerwolde. De drie kalkovens in Garmerwolde zijn door een verbouwing tot woonhuis sterk veranderd, maar de oven in Appingedam verkeert nog geheel in de oorspronkelijke staat. De kalkoven staat op het terrein van gemeentewerken, Dijkhuizen 36. In 1900 werd op deze plaats aan het Damsterdiep een kalkbranderij gesticht door B. Dijkstra, onder de naam 'de Fivel'. Later wordt het complex overgenomen door de dakpannenfabrikant N.J.Doornbos uit Opwierde. In 1923 wordt een schelpenlift met elektrische aandrijving gebouwd, welke in 1987 werd overgebracht naar de kalkbranderij in het openluchtmuseum te Enkhuizen. De kalkoven was tot in de jaren zestig nog in bedrijf. De oven bestaat uit een hoge, ronde, flesvormig gemetselde constructie, met een uitkragend deel aan de bovenzijde. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Graanpakhuis te Assen Graanpakhuis Aan de Vaart Noordzijde werd in 1916 dit forse graanpakhuis met een hoogte van 18,5 meter gebouwd naar een ontwerp van architect Y.D.Haverhuis. In het gebouw met 5 verdiepingen was niet alleen opslagruimte ondergebracht, maar ook een machinekamer en een wagenberging. Het graanpakhuis heeft een constructie van gewapend beton, aan de buitenzijde met baksteen bekleed. Aan de rechterzijde bevinden zich op alle verdiepingen houten laaddeuren. Van hier uit konden de goederen in- en uitgeladen worden naar de schepen die direct voor het pakhuis in de Vaart aanlegden. Ook kon het graan via een zuigbuis vanuit de bovenste verdieping van het pakhuis worden opgezogen vanuit de vrachtschepen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Sluiswachterswoning te Assen Sluiswachterswoning In 1861 kreeg Assen een vaarverbinding met Groningen via het Noord-Willemskanaal. Het kanaal takte iets ten westen van het centrum van Assen af van de Vaart, het laatste stuk van de Drentsche Hoofdvaart. Direct na het begin van het kanaal werd een schutsluis aangelegd. In de jaren zeventig van de twintigste eeuw werd het Noord-Willemskanaal ten westen van de stad omgeleid, en werd het oude kanaaltracé door het centrum gedempt. Ook de oude schutsluis verdween, maar het sluiswachtershuis bleef staan. Het sluiswachtershuis aan de Sluisstraat bestaat uit een eenvoudig rechthoekig bakstenen huis met traditionele vensters en een zadeldak. De voorgevel is witgepleisterd. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Brugwachterswoning te Barnflair Brugwachterswoning In het veenkoloniale gebied zijn nog vele authentieke brug- en sluiswachterwoningen te vinden. Tot de fraaiste behoort deze monumentale sluiswachterwoning aan de Munnekemoer in het dorp Barnflair, ten zuiden van Ter Apel. De woning dateert uit 1875 en is in rijke eclectische stijl gebouwd, met een vooruitspringend voorhuis. Boven de ramen zijn witgepleisterde sierlijsten aangebracht. In de voorgevel bevind zich een zeventiende- eeuwse wapensteen met het Groninger stadswapen. Deze steen is afkomstig van het in 1874 gesloopte Waaggebouw op de Grote Markt in Groningen. Na de sloop besloot het stadsbestuur de wapensteen in te metselen in de sluiswachterwoning, aldus de macht symboliserend die de stad Groningen had als eigenaar van de veenkoloniale kanalen, sluizen en bruggen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Rolpaal te Barnflair Rolpaal Op de plaats, waar het Rutenbrockkanaal zich afsplitst van het Ter Apelkanaal, staan 2 ijzeren rolpalen in de berm van het kanaal. De rolpalen herinneren aan de tijd dat de schepen in de Groninger kanalen bij windstilte door middel van een scheepslijn werden voortgetrokken(het z.g. 'jagen'). Om de schepen de bocht te kunnen laten maken naar het Rutenbrockkanaal, werden aan weerszijden van de kanaalingang 2 ijzeren rolpalen geplaatst. De rolpalen zorgden voor een geleiding van de jaaglijn, zodat de schepen niet in de kanaaloever terechtkwamen. De rolpalen bestaan uit een stalen constructie, met aan de boven- en onderzijde een bevestigingspunt, waartussen een houten of stalen rol werd geplaatst. De rol draaide om zijn as, zodat de kabel van de scheepsjager er langs kon schuren. De rolpaal is in Nederland een zeer zeldzame verschijning geworden, alhoewel ze in de provincie Groningen nog op enkele plaatsen voorkomen. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Gasfabriek te Bedum Gasfabriek Aan het Boterdiep in Bedum staat een van de meest gaaf bewaard gebleven gasfabrieken in de provincie. Het complex, bestaande uit een zuiveringshuis, ketelhuis en directeursvilla werd in 1910 gebouwd in jugendstilstijl naar een ontwerp van architect J.A,Reyers uit Kampen. Nadat men in 1955 overging op de productie van propaangas is de gasfabriek verkocht aan een bedrijf dat chemische bouwstoffen maakt. In 1985 is het complex verkocht aan elektriciteitsmaatschappij EDON. In de jaren zestig werden de twee gashouders gesloopt. De fabrieksgebouwen zijn opgetrokken in rode baksteen, onderbroken door sierbanden in gele steen. De ingangspartijen in de voorgevel hebben een rondboogvorm. De SIEN-N heeft in 2001 een beschermingsprocedure gestart om de gebouwen van de bedumer gasfabriek op de rijksmonumentenlijst te plaatsen. In samenwerking met een architectenbureau worden plannen ontwikkeld om het complex te restaureren en een nieuwe bestemming te geven. Een hinderpaal hierbij vormt de ernstige bodemverontreiniging die bij het complex is gesignaleerd. De gemeente Bedum wil het complex slopen om daarna de bodemverontreiniging te kunnen saneren. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Draaibrug te Briltil Draaibrug Groningen kent een uitgebreid net van kanalen, welke op vele plaatsen overbrugd worden door diverse brugtypen. Tot een van de meest toegepaste oververbindingen behoort de draaibrug. In Briltil ligt over het Hoendiep een ijzeren draaibrug uit het begin van de twintigste eeuw. Na ontgrendeling kon de brug door een persoon gemakkelijk worden opengedraaid De ijzeren bovenbouw met houten rijdek draait op een ijzeren tandwielconstructie, welke is bevestigd op een gemetselde ronde pijler. De laatste jaren zijn vele van dit soort karakteristieke bruggen door de eisen van het moderne verkeer helaas vervangen. De brug in Briltil behoort tot de laatste van dit type in dit gedeelte van Groningen.Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Schutsluis te Buinen Schutsluis Tot de vele kanalen die in het begin van de twintigste eeuw werden gegraven, behoort ook het kanaal Buinen-Schoonoord. Dit kanaal vormt de ontbrekende schakel tussen het in 1852 gegraven Oranjekanaal en de Drentse Veenkoloniën, die achter Buinen beginnen. De aanleg van het 16 KM lange handgegraven kanaal duurde van 1927 tot 1929. Vooral het laatste deel bij Borger kostte veel moeite, aangezien op deze plaats de Hondsrug werd doorsneden, en het hoogteverschil de aanleg van sluizen noodzakelijk maakte. Het kanaal werd in de jaren zestig voor de scheepvaart gesloten. Ten noorden van Buinen is bij de buurtschap Eeserveen nog een oude sluis te vinden. De sluiswanden zijn gemetseld in rode baksteen, de bovenzijde van de landhoofden zijn afgewerkt met natuurstenen blokken. In het sluishoofd, waaruit de sluisdeuren zijn verwijderd, is een gevelsteen aangebracht met het jaartal '1928'. De sluis wordt nu als stuw gebruikt door het waterschap. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Aardappelmeelfabriek te Coevorden Aardappelmeelfabriek Aan het kanaal Coevorden - De Haandrik werd in 1908 de coöperatieve aardappelmeelfabriek 'De Centrale' gevestigd. De fabrieksgebouwen werden ontworpen door de uit Coevorden afkomstige architectenbroers Wierenga. De fabriek bestaat uit een productiehal aan de kanaalzijde, met ketelhuis en schoorsteen. Aan de achterzijde van de fabriek staan een aantal in baksteen opgetrokken fabriekshallen met sheddaken. Naast de fabriek staan een houten turfloods. De ligging aan het kanaal was bewust gekozen vanwege de aan- en afvoermogelijkheden per schip. In 1945 werd de voorgevel van de fabriek getroffen door een geallieerd bombardement, waarbij enkele arbeiders omkwamen en een deel van de fabriek in puin werd gelegd. Na de oorlog werd dit fabrieksgedeelte weer opgebouwd in sobere stijl, met hoge, smalle verticale raampartijen. Een gedenksteen in de voorgevel herinnert aan het bombardement. Links van de fabriek staat een rijtje van tien arbeiderswoningen, die vroeger bij de fabriek hoorden. Sinds 1964 is de fabriek buiten bedrijf. De bedrijfshallen worden nu gebruikt als atelierruimte voor lokale kunstenaars. In 1996 is de fabrieksschoorsteen voor de helft gesloopt. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Tramstation te Coevorden Tramstation Ooit was de grensstad Coevorden het knooppunt van twee tramlijnen: de Dedemsvaartsche Stoomtram Maatschappij(DSM) en de Eerste Drentsche Stoomtrammaatschappij(EDS). De DSM-lijn liep van Dedemsvaart naar Coevorden, de EDS-lijn van Hoogeveen via Coevorden naar Nieuw-Amsterdam. Na de opheffing van beide tramlijnen in 1947 bleven de stationsgebouwen staan. Het stationsgebouw van de Dedemsvaartsche Stoomtram Maatschappij(DSM) aan de Krimweg werd in 1910 gebouwd. Het stationsgebouw is in traditionele stijl gebouwd, en heeft een langgerekte vorm, met een vooruitspringend middendeel met topgevel, waar vroeger de ingang was. Op de kopgevel aan de oostzijde staat in letters de naam `station DSM'. Het stationsgebouw is nu als woning in gebruik. Het tramstation van de EDS staat aan de Looweg, en is nu in gebruik als kantoor. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Zuivelfabriek te De groeve Zuivelfabriek In 1893 werd in de buurtschap De Groeve, gemeente Zuidlaren de coöperatieve stoomzuivelfabriek 'Zuidlaren' gesticht. In 1928 werd de zuivelfabriek afgebroken en vervangen door een grotere fabriek, in een expressionistische bouwstijl met horizontaal gelede bouwlagen. Bij de bouw van de nieuwe fabriek bleef de oude fabrieksschoorsteen staan, het kantoor van de fabriek werd er omheen gebouwd. In de jaren zestig werd de fabrieksschoorsteen afgebroken met uitzondering van de fraai versierde vierkante gemetselde schoorsteenvoet. Dit schoorsteenrestant is bijzonder, omdat in de sokkel een gedenksteen is ingemetseld, waarop de namen staan vermeld van de stichters van de fabriek uit 1893. Ook de naam van de toenmalige architect, M.Viets en de aannemer, A. Daanje staan er op vermeld. Het is waarschijnlijk de enige fabrieksschoorsteen in Nederland met een dergelijke gedenkplaat. De zuivelfabriek werd gesloten in 1968 en is nu in gebruik als garage. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Steenfabriek te Delfzijl Steenfabriek De steenfabricage was in de negentiende eeuw een bloeiende bedrijfstak in het noorden. In de provincie Groningen waren aan het begin van de twintigste eeuw zo'n tachtig steenfabrieken in bedrijf, met een sterke concentratie langs het Damsterdiep, het Boterdiep en het Winschoterdiep. Aan het Damsterdiep bij Delfzijl staat een van de laatste nog in bedrijf zijnde steenfabrieken in de provincie, het bedrijf van de Fa. Hijlkema. In 1916 kochten Jan en Hijlke Hijlkema het reeds bestaande bedrijf aan het Damsterdiep, aan de Weg naar den Dam. Zij moderniseerden het bedrijf en lieten een z.g. zigzagoven bouwen, die bestaat uit acht gemetselde compartimenten, waardoor het vuur wordt rondgeleid van de ene kamer naar de andere. Het bijzondere van deze fabriek is dat anno 2002 nog steeds bakstenen worden gebakken in deze oude oven. Alleen wordt de oven niet meer zoals vroeger op turf en kolen gestookt, maar op aardgas. Op het terrein achter de ringoven met zijn indrukwekkende schoorsteen staan houten droogloodsen, waarin de stenen worden opgestapeld om in de buitenlucht te drogen. De steenfabriek van Hijlkema is de laatste in Nederland waar op deze authentieke wijze nog stenen worden gedroogd. Op het fabrieksterrein staan diverse oude machines opgesteld, die vroeger werden gebruikt bij het productieproces. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Kalkovens te Dieverbrug Kalkovens Aan de Drentsche Hoofdvaart bij Dieverbrug, aan de Rijksweg werd in 1925 een kalkbranderij opgericht door de NV Drentsche Bouwmaterialen Concordia te Meppel. De vestigingsplaats was gunstig vanwege de nabijheid van turf als brandstof, en de Drentse Hoofdvaart als transportroute. De kalkbranderij bestond aanvankelijk uit twee ovens en een leshuis, in 1928 werd een derde oven bijgebouwd. Na de sluiting van de kalkbranderij in 1959 werd een van de drie ovens afgebroken. In de jaren daarna raakten de resterende ovens steeds meer in verval en werd het leshuis afgebroken. Dankzij een initiatief van de Stichting Drents Monument werden de kalkovens in 1991 als rijksmonument aangewezen en in 1993 werden de ovens gerestaureerd als industrieel monument. De ronde gemetselde ovens zijn kegelvormig gebouwd, het bovenste deel van de ovens is als een traditionele fabrieksschoorsteen met een lengte van 11 meter gebouwd. Naast de ovens is nog het betonnen fundament te herkennen van de gesloopte derde oven. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Stoomolieslagerij te Drachten Moleneind NZ/Oliemolenstraat: stoomolieslagerij Aan het Moleneind ten westen van de kern Drachten vestigden zich in de negentiende eeuw enkele windhoutzaagmolens en een windoliemolen. De oliemolen bestond uit een hoog oprijzend, vierkant bakstenen onderstuk met taps toelopende muren. Hierop stond het houten achtkant van de windmolen. Aan het einde van de negentiende eeuw ging de olieslagerij over op stoomaandrijving en werd de windmolen afgebroken op het vierkante onderstuk na. In 1903 werd de olieslagerij door een brand verwoest. Direct werd het bedrijf weer opgebouwd, waarbij het vierkante molenrestant gehandhaafd bleef. Aan weerszijden van de molenonderbouw verrezen bedrijfsruimten in traditionele stijl, met rondboogramen. In de jaren zestig werden de bedrijfsgebouwen overgenomen door de bandenfabriek van de Fa. Dunlop-Enerka en werd de vaart voor het bedrijf gedempt. De oude fabrieksgebouwen met de molenonderbouw zijn tot de dag van vandaag blijven staan en vormen een markant industrieel ensemble. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland
Aardappelmeelfabriek te Eexterveenschekanaal Aardappelmeelfabriek Aan het Grevelingkanaal, in het verlengde van het Stadskanaal, werd in 1903 de coöperatieve aardappelmeelfabriek 'Wildervank en Omstreken' gebouwd. De fabriek is al jaren buiten bedrijf, maar van de gebouwen staat nog een groot deel overeind. Aan het kanaal staan een grote houten loods voor de opslag van aardappelmeel, waarachter een langgerekt fabrieksgebouw van drie verdiepingen schuilt gaat. De immens grote fabriekshallen dateren uit de jaren dertig, toen de fabriek fors werd uitgebreid. De fabrieksgebouwen hebben een betonnen constructie met zogenaamde paddestoelenkolommen, aan de buitenzijde zijn de gevels met baksteen bekleed. Het machinehuis met de schoorsteen is afgebroken. Lees meerTekst: © Foto: © Stichting Industrieel Erfgoed Noord Nederland