Kollum
Kollum is een vlekke, een dorp met kleinstedelijk karakter, dat in de vroege Middeleeuwen is ontstaan op de rand van een zandplateau als een nederzetting bij de direct met zee in verbinding staande Dwarsried.
Gedurende de 11de tot de 13de eeuw zijn de landerijen bedijkt, de omliggende veengronden in cultuur gebracht en kon Kollum zich ontwikkelen tot een centrum. Het werd de hoofdplaats van Kollumerland en in het centrum kwam dan ook een rechthuis. De ontwikkelingen gebeurden aanvankelijk op de kruising van de in de 16de eeuw verbeterde Dwarsried, de Zijlsterried, met de Wester- en Oosterdiepswal, en de oude verbindingsweg van Dokkum naar Groningen, de Voorstraat. Aan die weg was westelijker een kleine kern rondom de kerk ontstaan.
In de 15de eeuw bestond Kollum uit twee buurten, de ‘Torpmacluft’ en de ‘Kerkburencluft’, die daarna naar elkaar toegroeiden. Vanaf het einde van de 16de eeuw kende Kollum ‘stedelijke’ instellingen: een Latijnse school, een gasthuis (1695-1960) en later ook een waag, Westerdiepswal 4, die daar in de 17de eeuw werd gesticht en in 1779 door het huidige gebouw werd vervangen en nog een eeuw als zodanig kon functioneren. Met de waag was nog wat merkwaardigs aan de hand. Na de kerkbrand van 1661 mocht de kerk de waagrechten uitoefenen om met de opbrengsten de herbouw te financieren. De 17de en 18de eeuw waren voor Kollum tijden van groei en bloei dankzij handel en scheepvaart. In het midden van de 17de eeuw kwam op kosten van de stad Dokkum de Stroobosser Trekvaart tot stand, waardoor Kollum via de korte Kollumer Trekvaart een goede verbinding kreeg met het zuiden.
Geleidelijk is Kollum vooral langs de Voorstraat en enkele zijstraten uitgebreid. Gedurende de 19de eeuw kwam er in het zuiden ten westen van de trekweg nogal wat bebouwing bij. Tijdens de 20ste eeuw en vooral na de oorlog is Kollum sterk uitgebreid. Eerst in het zuidwesten en ook aan de andere, oostelijke zijde van de trekvaart, later aan de noordoostelijke zijde en tenslotte in het noorden en het westen.
Van de kloeke laat-gotische kerk dateert het koor uit het tweede kwart van de 15de eeuw en kort hierop is het tweebeukige kerkschip met brede spitsboogvensters tussen steunberen gebouwd. De deels tufstenen toren dateert uit de vroege 13de eeuw maar hij is daarna verhoogd en verschillende malen gerepareerd. De kerk is een van de weinige nog geheel met kruisribgewelven overspande kerken in Friesland. Tussen de beide beuken staan forse kolommen met smalle lijstkapitelen. Bij de restauratie zijn op de gewelven fragmenten van gewelfschilderingen gevonden. Het interieur bezit een preekstoel met doophek uit 1692 en een reeks herenbanken uit de 17de en 18de eeuw met wapens van de patricische families uit Kollum en omgeving en de rectorsbank van de voormalige Latijnse school. Voorts is er een preekstoel uit 1692 met doophek en een groot rouwbord voor Eyso de Wendt (1780).
Wat bezijden het centrum is in 1924 in de Oostenburgstraat een opmerkelijke, door Egbert Reitsma ontworpen gereformeerde kerk gebouwd volgens de ruimtelijke uitgangspunten die dr. Abraham Kuyper had neergelegd in zijn boek ‘Onze Eeredienst’ (1911). Het is een centraalbouwkerk met drie armen en een indrukwekkende, naar boven toe gerende toren. Binnen zijn alle interieuronderdelen, zoals het doopvont, de plafondbeschildering, de geometrische hanglamp en het glas-in-lood met zorg in de Amsterdamse Schoolstijl gevormd. Aan dezelfde straat staat het werkhuis Oostenburg, in 1838 opgetrokken op de plaats waar een buiten heeft gestaan.
In 1895 besloot het gemeentebestuur het herenhuis in empire-stijl tegenover de Sint- Maartenskerk te kopen. Het was in 1805 gebouwd in opdracht van raadsheer Willem van Sijtzama en had met zijn bordes met vleugeltrappen de representatieve uitstraling van een gemeentehuis. Er hoefde alleen maar het gemeentewapen opgeschroefd te worden. In 2003 verhuisde het gemeentehuis naar de villa Westenstein die in 1879 naar ontwerp van Hendrik Kramer in neorenaissancestijl aan de westflank van Kollum was gebouwd voor de belangrijke familie Eskes. Het ruime park is deels opgeofferd aan een aanzienlijke, contrastrijke uitbreiding.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel