Goëngahuizen
Goëngahuizen is een tamelijk geïsoleerde boerenstreek van uitsluitend verspreid liggende boerenbedrijven, helemaal in de westelijke punt van Smallingerland. De streek staat al op de grietenijkaart uit 1718 in de atlas van Schotanus aangegeven en bestond toen uit minder dan tien boerenhoeven. Ten zuidoosten van de boerderijen staat een turfgraverij aangegeven. De Tegenwoordige Staat van Friesland waardeert het niet als dorp maar als een buurschap bij Boornbergum: ‘In ’t Westen, aan de wyde Ee, ligt Goingahuizen, en wat Oosterlyker ’t Vlierbosch, alwaar men weleer een Klooster had, waarvan ’t Kerkhof nog te zien is.’
Op de kaart van 1718 staan ten zuiden van de vier boerderijen van ’t Vlierbosch bij een verhoging in het land ‘Vernietigt Klooster’ en ‘Oude Kerkhof’ aangegeven, maar op de grietenijkaart in de atlas van Eekhoff uit 1848 is niets meer te bespeuren. In het Aardrijkskundig Woordenboek van Van der Aa dat in het midden van de 19de eeuw verscheen, hoort Goëngahuizen nog bij Boornbergum. ’t Vlierbosch bestond toen uit slechts twee boerderijen. Ten noorden van het Vlierbosch ligt nu een natuurgebied van opnieuw verwilderde petgaten.
Op de grietenijkaart in de atlas van Eekhoff uit 1848 is Goëngahuizen een streek met weinig, losse en agrarische bebouwing. Goëngahuizen ligt aan en tussen meren en plassen. Enkele boerderijen en woningen op It Eilân tussen de Kromme Ee en de Goëngahuistersloot zijn alleen over het water bereikbaar. De meeste boerderijen in polder De Vlierbosch dateren van na de oorlog; het zijn wel traditionele stelpen, kop-rompen of kop-hals-rompboerderijen. Bij een inham van de Modderige Bol staat een fraaie kop-hals-romp uit 1883.
Goëngahuizen is een opmerkelijk oord van molens. Er staan drie houten spinnenkopmolens uit de 19de eeuw. Het zijn molens met piramidevormige en met pannen gedekte rompen en ze zijn voorzien van vijzels. Ze hebben alle drie een naam: Jansmolen, De Modderige Bol en het Heechhiem. Ze zijn in 1990, 1992/’93 en 1995 gerestaureerd en in eigendom van en beheerd door de Stichting De Fryske Mole.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel