Bezienswaardigheden in Wijnaldum


Roptastate

In Wijnaldum achter de zeedijk bij de Roptavaart ligt Roptastate, waarvan de uit 1870 daterende schuur vanaf de weg te zien is. Deze is de opvolger van een ouder exemplaar achter de fraaie neo-classicistische Roptastate.
De oudste bekende eigenaar van een boerderij met de naam Ropta op deze plaats, was in 1546 het klooster van Achlum. Als eerste particulier eigenaar is Gajus Nauta, advocaat voor het Hof van Friesland, bekend. Latere eigenaren waren de Franeker hoogleraar theologie Johannes van der Waeijen, die er omstreeks 1685 een deftige state liet bouwen en een “plantagie” liet aanleggen. Hij verkocht in 1690 het bezit aan de beroemde staatsman en grietman van Franekeradeel Sicco van Goslinga.
In de achttiende eeuw bezaten verschillende leden van doopsgezinde Harlinger families, zoals Fontein en Stinstra, Roptastate. Door vererving werd rond 1823 Jan Sikkes IJsenbeek uit genoemde stad eigenaar. Hij liet de huidige Roptastate na 1832 bouwen. Tevens gaf hij aan de bekende tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard opdracht om een tuin in de landschapsstijl te ontwerpen. De ontwerptekening van Roodbaard is bewaard gebleven. Zijn zoon Sicco verkocht in 1890 het bezit aan Sijbrand Hoekstra, zeehandelaar in Harlingen.
De tuin bezat volgens de koopakte singels, vijvers, vruchtbomen, bloemperken en een tuinkoepel. In de twintigste eeuw waren de dochters van Sijbrand Hoekstra, Dirk de Jong en vanaf 1980 de familie Lenger eigenaar. De laatste liet het huis en de tuin in 1989 in oude luister herstellen, waarbij de negenhoekige tuinkoepel niet is vergeten.

De kerk met een vijfzijdig gesloten koor is laatgotisch van karakter en is in de 15de eeuw gebouwd. De kerk heeft nog twee beslissende bouwperioden gehad. De in 1684 ingestorte toren is herbouwd en in 1904 is de toren opnieuw herbouwd. Toen is de westelijke partij naar ontwerp van Jurjen Bruns met nieuw materiaal en in neogotische vorm opgetrokken. In 1931 is de kerk gerestaureerd onder leiding van Hendrik Kramer, die zeer eigenzinnig te werk is gegaan. De restauratie kwam neer op nieuwbouw. De kerk is bekleed met het oude bouwmateriaal, gemêleerd rode en gele kloostermoppen. Het schip is vijf traveeën diep met eenmaal versneden steunberen en brede spitsboogvensters met vorktraceringen. De koorsluiting kreeg gelijke vormen. De westelijke partij is van kleine bruine steen gemetseld. De toren wordt bekroond door een soort wimbergen en een ingesnoerde spits.

Het koor is van het schip afgescheiden en in gebruik als nevenruimten. In een van deze ruimten ligt een middeleeuws fragment vloer van kleine geglazuurde tegels. De kerkzaal wordt gedekt door een gedrukt houten tongewelf met trekbalken op korbelen en muurstijlen. De preekstoel staat binnen een ruime dooptuin met een deur met kuifstuk met bazuinengelen. Ze zijn vervaardigd door Arjen Lous uit Harlingen (1728). De kuip heeft getordeerde en omrankte hoekzuilen. De panelen zijn fraai gesneden met bijbelse taferelen: Abrahams offerande, Jacobs droom, de Geboorte, de Opstanding en het Laatste Oordeel. De wangen van de vrouwenbanken zijn gesneden met gevarieerde siermotieven uit de Lodewijk XIV-stijl. De lichtkronen in een art déco-achtige stijl zijn waarschijnlijk in 1931 door Hendrik Kramer ontworpen. Het orgel is in 1869 gebouwd door L. van Dam & Zn.

Anderhalve kilometer ten zuidwesten van Wijnaldum staat de kerk van Midlum, die zo vaak is verbouwd dat moeilijk te geloven is dat deze Sint-Nicolaaskerk al van 1200 kan dateren. De ongelede toren met ingesnoerde spits is jonger maar wel middeleeuws. Kerk en toren zijn in 1866 en nogmaals in 1906-’07 verbouwd. Zo is de zuidgevel van het schip bepleisterd en de toren ommetseld.