Toen de Tsjonger rond 1870 werd gekanaliseerd, lieten de gravers veel zand en keileem achter. Tussen Makkinga en Donkerbroek ontstonden zo hoge zand- en leemwallen die in de loop van de jaren spontaan met bos begroeiden. It Fryske Gea heeft een aantal van deze grondstorten, met een oppervlakte van 2,4 hectare, in beheer.
Vanaf de kavelstrook van het Tsjongerkanaal onder Donkerbroek zijn de wâlen goed te overzien. Er loopt een fietspad langs.