IJlst
Wat hebben schaatsen met timmermansgereedschap te maken? Met moderne klapschaatsen helemaal niets, maar een paar decennia, en zeker een paar generaties geleden was dat wel anders. Schaatsen waren van hout gemaakt en er zat een gehard en geslepen stuk ijzer onder. Meestal zat er een geel stickertje opgeplakt met de naam "Nooitgedagt IJlst".
Nooitgedagt maakte schaatsen voor schaatsers en beitels, zagen en schaven voor timmerlieden. Uitsluitend van topkwaliteit moeten we er bij vermelden. De Nooitgedagt fabriek staat er nog steeds. Een monumentaal gebouw opgetrokken uit Friese "geeltjes". Pontificaal in het centrum van IJlst, het kleinste stadje van Friesland. De schoorsteen van de fabriek is ooit voor een deel afgebroken maar het beeldbepalende silhoutte werd in stand gehouden door een stalen reconstructie van het gesloopte deel.
De naam van Nooitgedagt gecombineerd met de monumentale Houtzaagmolen De Rat maakt van IJlst een echte houtstad. Deze reputatie dragen ze uit via het houtmuseum dat naast de molen gevestigd is. Dit museum mag je niet missen als je in IJlst bent. Er tegenover staat een van de elf stadsfonteinen die gebouwd zijn vanwege Leeuwarden, Culturele Hoofdstad 2018.
Verder is IJlst vooral een rustig en kalm stadje. Je kunt het met verkleinwoorden goed karakteriseren. Een klein maar sfeervol stadherbergje (bewonder de opbouw van de gevel met pilaren en het terras) een klein grachtje, een klein pleintje, kleine smalle straatjes en kleine overtuintjes aan weerkanten van het grachtje, dat eigenlijk De Geeuw heet.
Het lijkt me heerlijk wonen in IJlst, maar ook als bezoeker ben je er vast en zeker ook van harte welkom.
Hieronder nog veel meer details over de Friese stad IJlst.
De stad IJlst in Friesland is sinds 1984 de hoofdplaats van de gemeente Wymbritseradiel geweest. Sinds 2011 hoort het bij de gemeente Súdwest-Fryslân. Het lag aan het begin van de volle Middeleeuwen, een bloeiperiode, aan de zuidoever van de Middelzee. De nederzetting was ontstaan aan de monding van de Ee, een belangrijk water voor het verkeer van zuidwest Friesland. Na de aanleg van de Hemdijk werd het een plaats van overslag, nijverheid en handel. In 1379 kreeg het marktrecht en spoedig maakte het zich als stad los van het omliggende gebied. IJlst bleef belangrijk met zijn nijverheid van vooral scheepsbouw en andere houtproducten.
Vanaf de stad loopt in oostelijke richting de Geeuw, het brede water richting Sneek. Naar het westen leidt het water na de Wijddraai met een scherpe bocht naar het zuiden: de Wijde Wijmerts, de vaarroute naar Heeg en verder naar Woudsend en Sloten. Vroeger, toen er nog geen vaste bruggen over de Stads-Ee lagen, ging het waterverkeer door de stad naar het zuiden, om daar in de Wijde Wijmerts uit te komen. Vanaf Zevenpelsen, genoemd naar zeven arbeiderswoningen die hier ooit bij een pelmolen stonden, is te zien dat aan de Wijddraai de bedrijvigheid van IJlst geconcentreerd was. Aan deze oever waren houtverwerkende bedrijven en aan de andere zijde, het thans in grote verscheidenheid bebouwde Uilenburg, lagen vanaf de zestiende eeuw de nieuwe stadstimmerwerven. Er zullen dus nog eerder zulke scheepsbouwwerven zijn geweest.
De brug is ’s zomers een druk punt voor watersporters en beschermde IJlst ooit tegen vijanden. IJlst is nooit met vestingwallen beschermd, het is zelfs niet ontstaan op een terp. In het lage land was er bescherming van ringgrachten, de Dij-grachten en ze hoefden in het noorden de brug alleen maar op te halen om de stad te sluiten.
De Overkluizing wordt gedomineerd door de restanten van de Nooitgedagt-fabriek. Jan Jarings Nooitgedagt was in 1865 begonnen met het maken van schaatsen. Het groeide spoedig uit tot een industrieel bedrijf dat naast schaatsen ook gereedschap en degelijk houten speelgoed vervaardigde. Het bedrijf is verhuisd en de oude fabriek wordt in een vernieuwingsplan, waar de Overkluizing ook in meegenomen wordt, als historisch monument deels gehandhaafd.
Aan de Eegracht volgt de doopsgezinde kerk, die in 1857 is gebouwd naar ontwerp van Meinse Molenaar in een merkwaardige mengstijl: de klokgevel naar 18de-eeuws model is versierd met neoclassicistische elementen. Traditioneel voor de doopsgezinden ligt zij achter de rooilijn.
Even verder aan de Eegracht staat een voorname woning in renaissancestijl waar menige andere stad jaloers op kan zijn. Het huis wordt de Messingklopper genoemd omdat er ooit een koperslager woonde en werkte. Het is een evenwichtig en naar verhouding breed renaissancepand uit 1669 met een trapgevel. De bebouwing langs de Eegracht is verder zeer gevarieerd met meest 19de-eeuwse huizen en een enkel exemplaar uit de 17de eeuw. Enkele goed verzorgde brede notabele woningen vallen daarbij op. Het meest schilderachtige aspect van de Eegracht is de structuur. De huizen hebben overtuinen aan de grachtzijde, aan de andere kant van de straat. Dat wordt aan weerszijden geaccentueerd door de lindenzoom tussen weg en overtuinen. In het midden van IJlst staan de hervormde kerk en het stadhuis tegenover elkaar. De hervormde kerk met flinke toren dateert uit 1830 en bevat een fraaie preekstoel uit 1672. Het stadhuis is in 1859 gebouwd in een decoratieve mengstijl. De middenpartij en de gevelbekroning doen neogotisch aan. In de kleine ruiter op het dak hangt nog een 15de-eeuws klokje, afkomstig uit het kleine IJlster karmelietenklooster. De raadzaal is in charmante biedermeierstijl ingericht.
Houtzaagmolen De Rat is prachtig aan de Geeuw gelegen. Hij werd hier in 1828 opgebouwd, maar is veel ouder en uit de Zaanstreek overgebracht. Tot 1955 heeft een houthandel er gebruik van gemaakt. Na restauratie werd de monnikmolen met stelling weer in gebruik genomen.
Na de oorlog is het stadje explosief gegroeid, eerst met een wijk in het noordwesten, later ten oosten van de stad, tot en met wijk ‘De Iendracht’: de eerste wijk in Friesland op basis van een beeldkwaliteitsplan.
Locatie
IJlst
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel