Protestantse kerk

|

Protestantse kerk


Protestantse kerk
©: Peter Karstkarel

Het schip van de kerk en het onderste deel van de toren zijn in de tweede helft van de 12de eeuw totstandgekomen. Aan de noordzijde van het schip is het romaanse karakter het best te zien. In de bovenzone staan kleine romaanse rondboogvensters en iets westelijk van het midden een geprofileerde, rondbogige ingang in een enigszins risalerende partij. De ingang is toegemetseld net als die in de zuidmuur die eveneens in een risalerende partij staat. Aan de zuidzijde zit maar een enkel romaans venster in de bovenzone en zijn twee grote gotische vensters ingebroken. Het iets smallere koor is in de 13de eeuw gebouwd en kreeg omstreeks 1400 een rechte sluiting. Bij de restauratie in 1910 zijn de muren van het koor beklampt. De noordmuur is blind, op een rondbogige ingang aan de koorzijde na. Dit koor kreeg namelijk de functie van begraafkapel. In de zuidmuur zorgen twee grote gotische vensters voor verlichting van deze kapel. De sluitmuur is gesloten; twee flinke spitsboogvensters zijn dichtgemetseld.

In de geveltop staat een klein spitsboogvenster en helemaal boven zitten twee rondbogige luiken en een cirkelvormig venster. Deze gevel wordt bekroond door een achtzijdige pinakel. De ongelede, slanke zadeldaktoren is in twee fasen totstandgekomen. Dit is te zien aan de twee zones met galmgaten boven elkaar. Het onderste gedeelte is in de tweede helft van de 12de eeuw gebouwd en omstreeks 1400 is de toren verhoogd. Later is de toren op de westelijke hoeken geschoord met overhoekse steunberen. Daartussen staat de rondbogige ingangspoort. Boven staan eerst aan elke zijde enkele rondbogige galmgaten en daarboven gepaarde galmgaten van hetzelfde model. Op de overgang naar het zadeldak zit rondom een rondboogfries.

Inwendig worden schip en koor gedekt door houten tongewelven met trekbalken; dat van het koor kwam in 1910 bij een ingrijpende verbouwing en verving toen een stenen tongewelf. Schip en koor worden gescheiden door een geprofileerde spitsbogige triomfboog. Onder deze gewelven is een bijzonder rijke inrichting gekomen, grotendeels vervaardigd in opdracht van de bewoners van de borg Nienoord. De kerk is als geen andere kerk in het Noordzeekustgebied een mausoleum voor een voornaam geslacht geworden.

Pièce-de-milieu is het praalgraf tegen de oostelijke sluitgevel. De wit- en zwartmarmeren graftombe is ontworpen door Rombout Verhulst in opdracht van Anna van Ewsum die zich samen met haar eerste man Carel Hieronymus van In- en Kniphuisen, overleden respectievelijk 1714 en 1664, op de tombe liet vereeuwigen in een ontroerend innige houding. Na de dood van de opdrachtgeefster is het mogelijk al omstreeks 1690 door Bartholomeus Eggers vervaardigde beeld van haar tweede echtgenoot Georg Wilhelm van In- en Kniphuisen toegevoegd. Putti met doodsattributen begeleiden de figuren. Op de achtergrond wordt het tekstmedaillon door een viertal putti vastgehouden en aan weerszijden zit een aan guirlandes geknoopte baaierd aan familiewapens. Ten noorden van het monument staat een op stijlen geplaatste herenbank (1660), kennelijk onder invloed van de familie In- en Kniphuisen naar het Oostfriese model van een ‘empore’ ontworpen. Op de borstwering is een grote reeks kwartierwapens geschilderd en op de overhuiving zit een kuifstuk met alliantiewapens. Hiernaast staat een vroeg 17de-eeuws eikenhouten portaal met kuifstuk en vazen.

De preekstoel, een geschenk van Anna van Ewsum, is in 1711 ontworpen door Allert Meijer, uitgevoerd door Mencke Molaan en van zeer rijk snijwerk voorzien door Jan de Rijk. Aan de wanden hangt een collectie rouwborden voor bewoners van Nienoord. Het vroegste is het ruitvormige voor Caspar van Ewsum (1639); de andere zeven veelal overdadig versierde rouwborden zijn voor leden van de familie In- en Kniphuisen en ze dateren van 1664 tot 1768. Het orgel heeft een verleden als huisorgel op Nienoord, waarvoor het in 1630 door L. Eekman is gebouwd. Het is met beschilderde luiken in 1657-’60 door A. de Mare hergebruikt voor de bouw van het huidige kerkorgel. Onder de gekleurde vensterglazen valt een in 1912 door F. Nicolas & Zn. gebrandschilderd glas op dat de tragische verdrinkingsdood herdenkt van de laatste bewoners van Nienoord, de familie Panhuys.

De kerk is eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken.

Locatie

Hoofdstraat 134 - 9355TD, Midwolde

Colofon

Peter Karstkarel

© Foto voorblad: Peter Karstkarel
Lees meer