De Johanneskerk staat ruim in het centrum van het dorp. De toren is aan het einde van de 12de eeuw gebouwd, waarna de bouw van het schip spoedig volgde. En in en bij die toren vinden we nog oudere herinneringen. De zadeldaktoren heeft pinakels op de toppen, schouders en een rondbogig galmgat aan elke zijde. In de romp zitten wat rondbogige lichtsleuven. De toren wordt op de hoeken gesteund door beren. De westelijke ingang is met een klein venster geplaatst in een hoge rondboognis. In de gevels aan weerszijden van de toren zitten liseen-achtige vermetselingen die met die in de oostelijke gevel van de toren erop zouden kunnen wijzen dat er een midden 12de-eeuws gereduceerd westwerk zou hebben gezeten. Tegen dit muurwerk zijn steunberen geplaatst. In de noordmuur staan twee spitsboogvensters uit de 16de eeuw maar ook sporen van twee dichtgemetselde romaanse venstertjes met opvallende rondboogjes van gele steen in verder rood muurwerk. Er zit bovendien een rondbogige, dichtgemetselde ingang. Even verderop zien we een hoog, smal rondboogvenster, eveneens dichtgezet. Dichtbij het koor zijn laag een rondboogje en een rechthoekige nis te zien, mogelijk herinneringen aan een hagioscoop en een piscina. In de zuidmuur staan vier 16de-eeuwse spitsboogvensters en een ingang binnen een jonge spitsboognis. Iets ten oosten van het midden zitten de moeten van een vrij hoog rondboogvenster. Het vierzijdig gesloten koor dateert uit het midden van de 13de eeuw. Het is later verhoogd en het bezit op de hoeken lisenen en een bekroning van een rondboogfries met een zaagtandlijst.
Binnen is de kerkruimte gedekt met een houten tongewelf uit 1604. De preekstoel met klankbord binnen het eenvoudige doophek, mogelijk het werk van Yge Rintjes, dateert van 1775 en laat snijwerk in rococovormen zien. Op de panelen zien we rocaille-lofwerk en op de hoekpilasters vruchtenfestoenen. De herenbank, voorzien van een kuifstuk met familiewapen, dateert ook van 1775. Het orgel is in 1906 gebouwd door Mart Vermeulen uit Woerden.