Kalkovens te Meppel
Kalkovens
In de kalkbranderijen werden schelpen verhit met behulp van turf tot een temperatuur van 1.000 garden Celsius. De op deze wijze geproduceerde ongebluste klak werd in een bijgebouw, het leshuis besproeit met water, waardoor metselkalk als grondstof overbleef. Tot de introductie van het moderne cement was metselkalk de grondstof voor de bouw. Vooral in het noorden van het land waren vele kalkbranderijen actief, vanwege de nabijheid van turf als brandstof en schelpen uit de waddenzee.
Ten noorden van Meppel, aan de Drentse Hoofdvaart werd in 1875 een kalkbranderij gesticht door de kalkhandelaar Wigboldus. Er werden drie grote gemetselde ronde ovens gebouwd met een leshuis.
De kalkovens die tot de grootste van ons land behoren, bleven in bedrijf tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw. De karakteristieke ovens raakten daarna in verval. In 1991 kocht een horecaondernemer uit Meppel de kalkovens, en bouwde er een modern restaurant omheen.
De kalkovens werden gerestaureerd en twee ovens maken nu deel uit van het restaurant 'De Drie Kalkovens'. De ovens zijn 16 meter hoog en zijn 7 meter in doorsnee. Aan de onderzijde van de ovens zijn nog de openingen te zien, waardoor de gebrande kalk werd afgevoerd.