Laaxum
Toen wij zo'n vijfentwintig jaar geleden in de Zuidwesthoek van Friesland kwamen wonen, hadden we nog niet zoveel van deze mooie water- en bosrijke omgeving gezien. Daarom gingen we regelmatig een tochtje maken.
Op een mooie zomeravond was het weer zover. We reden een eindje langs de IJsselmeerkust en belandden uiteindelijk in Laaxum. Onze hond mocht even uit de auto. Het was een grijze poedel, Kloris genaamd. Die naam deed hij eer aan, want hij was al een dagje ouder en aan beide ogen bijna blind. Maar enthousiast als altijd wipte hij de auto uit en... de haven in. We hoorden een hoop geplons en gespetter en ja hoor: daar zwom ons bejaarde hondje in de diepte van de grote zee.
De steiger was wel 2 of 3 meter hoog, dus daar kon hij onmogelijk bij opklimmen. Paniek in de tent dus, met twee baasjes met watervrees en de hond in de plomp. We zijn langs de kant gaan lopen tot aan de basaltblokken, steeds maar naar Kloris roepend. Uiteindelijk kroop hij nat, maar gezond en wel uit het water. Met de plaid uit de kofferbak, die normaal voor picknickdoeleinden werd gebruikt, hebben we hem droog gewreven. Eenmaal thuis hadden wij de schrik nog in de benen en lag Kloris te trillen in zijn mandje. Een hondenkoekje bracht hem gauw weer op krachten.
Vorige week waren we weer eens bij het haventje en kwam dit verhaal weer boven drijven. Kloris is uiteraard niet meer onder ons. Maar dit avontuur, dat plaatsvond op het mooiste plekje van Friesland, vertellen we nog steeds graag als anekdote op verjaardagsfeestjes.'