Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.



De Sint-Victorkerk staat midden in het terpdorp in een schilderachtige omgeving. De gevarieerde bebouwing van de Grote Buren en vooral de bebouwing met een reeks in 1861 van gele steen gebouwde diaconiehuizen aan de noordzijde zijn de sfeermakers. De kerk is omstreeks 1500 gebouwd van gemêleerd gele moppen. In 1759 zijn de zuidmuur en de koorsluiting vernieuwd en kwamen er grote rondboogvensters in . De noordmuur is, op een rond venster ter verlichting van de orgelgalerij na, gesloten. Het onderste tufstenen deel van de zadeldaktoren zal uit de 12de eeuw dateren. Hij is in de 15de eeuw verhoogd en enkele malen gerepareerd. In de westgevel staat een geprofileerde ingang met een spitsboogvenster.

De ingang in de zuidmuur is een rondbogige poort met pilasters, een kroonlijst en een rijk gevormd kuifstuk met de mededeling van de vernieuwing van de kerk in 1759 en zes (blindgekapte) wapens tussen rocailles. De vernieuwing is in de kerk nogmaals herdacht op een met wapens en enig decoratiewerk geschilderd paneel. Twee tekstborden vermelden het verven en versieren in 1844 en in 1898. Aan de buitenkant vinden we bij de regenwaterbak in de koorsluiting een grote gedenksteen voor de stichting van deze nutsvoorziening in 1842.

Het interieur wordt gedekt door een houten tongewelf. Het koor is verhoogd en bevloerd met estrikken. Er liggen enkele grafzerken waaronder een 15de-eeuwse zerk van roze zandsteen. Aan de noordzijde staan enkele rijen vaste banken en een fragment van het koorhek met balusters. Aan de zuidzijde staan losse stoelen. Tegen de zuidwand is de eenvoudige preekstoel met klankbord geplaatst. Twee overhuifde herenbanken, waarvan een met korintische zuilen, zijn onder de orgelgalerij geplaatst. Een kuifstuk met wapens hangt nu los tegen de noordwand. Het orgel is in 1878 vervaardigd door Friedrich Leichel uit Düsseldorf. Voor de balustrade staan twee beelden, personificaties van Geloof en Liefde en op de torens van het orgel staan drie figuren in dansende bewegingen die in hun charme op een orgel wel profaan aandoen.