Veenklooster
Het is zondagmorgen, hartje zomer. Een dag met schitterend weer, met heel weinig wind en een gematigde temperatuur. Mijn vrouw en ik vinden het een mooie dag om er eens vroeg op uit te gaan. De keus waarheen is gauw gemaakt. Twintig minuten later parkeren we de auto onder een paar machtige beuken en gaan langs 'het grote slot' het bos van Veenklooster in. Het is er heerlijk rustig. Het enige wat er valt te horen zijn een paar vogels en, heel in de verte, het ijle klokgelui van het oude kerkje van Oudwoude.
Als we vijftig meter verder zijn, is ook dat verstomd en hebben alleen de vogels het voor het zeggen. We lopen heel voorzichtig door en hebben een beetje het gevoel indringers te zijn. Aangekomen bij de grote vijver blijven we een tijd roerloos staan luisteren en maak ik, onopgemerkt door mijn vrouw, mijn eerste foto van haar en het nauwelijks rimpelende water van de vijver met een paar eenden en waterlelies. Het bos is als een roerloos decor.
Aangekomen bij het hertenkamp eten we de meegenomen appels. Het afval is voor de herten. Rond het hele kamp staat een oeroud gesmeed hekwerk, dat hier en daar provisorisch is gerepareerd. Binnen en buiten het hek zorgen eeuwenoude eiken voor de nodige schaduw. Op de achtergrond zorgt 'de berg' met er bovenop het tuinhuisje, voor een perfecte afsluiting.
Het bos zelf wordt heel summier onderhouden. De begroeide paden worden alleen op de natte plekken met een beetje zand onopvallend geholpen bewandelbaar te blijven. Daardoor lijkt het of de tijd hier al eeuwen heeft stilgestaan.