De Vecht speelt een belangrijke rol in het ontstaan van Hardenberg. Omstreeks het begin van onze jaartelling werd in de buurt van het huidige Hardenberg een nederzetting gesticht met de naam Nijenstede. Vanuit deze nederzetting kon de scheepvaart over de Vecht worden gecontroleerd. In 735 werd er een kapel gebouwd, wat wijst op de bekering tot het christelijke geloof. In 1127 was de bestuurder van het gebied rondom Hardenberg de bisschop van Utrecht, Otto II, die tijdens de strijd tegen de heer van Coevorden in de moerassen van Mommenriete bij Ane sneuvelde. Zijn opvolger, bisschop Willibrand van Oldenburg, wilde niet hetzelfde lot ondergaan en liet daarom in de buurt van Nijenstede, op de Herdenberch, een kasteel bouwen. Hij kreeg hierbij steun van de inwoners van Zwolle, die voor deze hulp stadsrechten kreeg. De plaatsnaam ‘Hardenberg’ heeft betrekking op vaste harde grond. In de beginperiode van kasteel Hardenberg waren er alleen maar muren. Na de ontdekking van buskruit werd besloten om grachten rondom het kasteel aan te leggen. Het kasteel begon steeds meer op een stadje te lijken en Hardenberg werd belangrijker dan het nabijgelegen Nijenstede. In 1362 besloot bisschop Jan van Arkel de stadsrechten van Nijenstede aan Hardenberg te geven. Deze gebeurtenis is schriftelijk vastgelegd in een schenkingsbrief die nog steeds wordt bewaard in het gemeentearchief van Hardenberg. In de brief staat: ‘Wi, Johan bi der ghenaden Gods bisschop t’ Utrecht. Doen te weten allen den ghenen die desen brief sullen zien oft horen lesen. Dat wi om oerbaar onser kerken van Utrecht ende om roeste ende beschermenesse ons lants ene veste ghetimmert hebben ten Herdenberch. Ende hebben alsulc vriheit ende statrecht als onse voervadere Bisscope t’ Utrecht dien God ghenedich si tot Niensteden ghegheven ende gheleghet hadden, vernuwet ende verleghet ten Herdenberch.’ Het kasteel Hardenberg werd in de eeuwen daarna uitgebreid en steeds verder versterkt. De vestingstad Hardenberg was zeer moeilijk in te nemen. Echter eind zeventiende eeuw werd het kasteel met haar muren gesloopt. Ook de kapel van Nijenstede werd in de zeventiende eeuw afgebroken. Op de plek waar vroeger de kapel stond, is nu het kerkhof van Hardenberg te vinden. Zeer oude gebouwen zijn er niet meer in Hardenberg. Tot tweemaal toe is de stad door brand verwoest. Zowel in 1479 als in 1708 werd het door dit onheil getroffen. Na de laatste brand werd besloten om de houten huizen te vervangen door stenen huizen. Een bijnaam voor Hardenberg is ‘Klepperstad’. Deze naam heeft de plaats gekregen vanwege de klepperman. Hij was een soort nachtwacht die was aangesteld om de tijd ’s avonds door te geven, maar ook om te controleren of er ergens brandgevaar was. Hardenberg heeft ondanks de branden en de sloopwoede in de twintigste eeuw wel enkele fraaie bouwwerken. De achthoekige Höftekerk, uit het bouwjaar 1890, is gebouwd op de plek waar vroeger kasteel Hardenberg stond. Vlakbij de kerk is nog een restant van de oude stadsmuur te zien. Aan het Molenplein, ten westen van de Vecht, staat De Oele Mölle. Deze molen is een stellingmolen met de oorspronkelijke functie van korenmolen. De wieken hebben een spanwijdte van 24 meter. Het jaartal 1533 dat in het riet is aangebracht kan niet op deze molen slaan, want de constructie is daarvoor te jong. Waarschijnlijk slaat het op de oudere molen die op dezelfde plek stond. In 1968 is de molen gerestaureerd, maar dit had niet het gewenste resultaat. Zo is onder andere de kap naar verhouding te klein voor de molen. Een nieuwe restauratie is nodig om de molen weer te herstellen naar haar oorspronkelijke staat. Van de joodse gemeenschap die Hardenberg tot de Tweede Wereldoorlog heeft gekend is niet veel overgebleven. De synagoge die in Hardenberg stond is in de jaren tachtig van de twintigste eeuw gesloopt. Buiten de stad ligt wel het ‘Jodenbergje’. Hier werden tussen 1761 en 1910 de joden begraven, omdat het in de stad niet mocht. Hardenberg telt ongeveer zeventienduizend inwoners.