Tsjaerddyk, kerkhuis noord
Tsjaerddyk, kerkhuis noord
Het eerste dat in het kerkarchief over dit kerkhuis staat, is een betaling in 1816 aan Sikke Willems Goenga, timmerman uit Nijland, voor “de kerkhuizinge”. Wanneer het kerkhuis precies is gebouwd, is onbekend, maar waarschijnlijk zal dat na 1800 zijn. De eerste huurders die in het kerkarchief worden genoemd, zijn Niklaas (Klaas) Feddes Breeuwsma en zijn vrouw Pyttje Sytses Ypma (getrouwd in 1830). In 1833 verhuizen ze en komt Jouke Rintjes Boschma, getrouwd met Jetske Klazes Bosma, in het kerkhuis. Zij blijven er een jaartje wonen. Het huis is de jaren daarna een komen en gaan van huurders die tijdelijk onderdak nodig hebben.
Vanaf 1844 zijn er huurcontracten bewaard gebleven. Die werden elk jaar opnieuw opgemaakt. Volgens het contract van 1844 wonen schoenmaker Bokke Pieters Nettinga en zijn vrouw, naaister Jeltje Pieters Bergsma in het huis. Na het overlijden van Bokke Pieters in 1845, hertrouwt Jeltje in 1846 met Douwe Lucas Elsinga die ook schoenmaker is. Het stel blijft er tot 1850 wonen. Daarna woont Klaas Durks er tot 1853.
Vanaf 1854 wordt het huis voornamelijk als starterswoning gebruikt door de kinderen van Willem Sjerps Twijnstra en Japke Pieters. Alle jongens wonen er na hun trouwen een tijdje. Hun ouders, die er schuin tegenover wonen, kunnen de helpende hand bieden. Als laatste van deze familietraditie woont Nantje van Hasinge, weduwe van Willem Sjerps Twijnstra ( kleinzoon van eerstgenoemde Willem Sjerps) er tot 1899.
Locatie
Folsgare