Sint-Donatuskerk (protestants)
Sint-Donatuskerk (protestants)
De Donatuskerk staat op een hoge wierde, een van de hoogste in de provincie Groningen, die deels is afgegraven en vanuit het noorden heel goed is te ervaren. Zij ligt daar temidden van een ruim, omheind kerkhof. De bouw van de huidige kerk is al omstreeks 1100 begonnen met de bouw van het tufstenen schip. Daarmee ving een voor dit kleine dorp opmerkelijk rijke bouwgeschiedenis aan. Gedurende de laatste tientallen jaren van de 12de eeuw is een tufstenen transept totstandgekomen, waarbij beide armen aan de oostzijde van een halfronde apsis werden voorzien die liturgisch dienden voor het plaatsen van bij-altaren. In deze periode is de oorspronkelijke westtoren vervangen door een front dat geflankeerd werd door twee slanke torens. Weer een halve eeuw later, omstreeks 1240, werd het tufstenen koor vervangen door een vierkant romano-gotisch koor en onder dit koor werd een op vier pijlers rustende, overwelfde grafkelder aangelegd. Het geheel is omstreeks 1400 nog eens verhoogd. Het westelijke front met de twee flanktorentjes is in 1822 vervangen door een nieuwe westelijke gevel waarop een dakruiter is geplaatst. Deze is bij een brand in 1952 met het westelijke gedeelte van de kap en het orgel verloren gegaan en vervolgens weer hersteld. De huidige kruiskerk laat de bewogen geschiedenis van zich aflezen. Het oudste gedeelte, het tufstenen schip, heeft aan de zuidzijde nog een klein romaans venster, maar er zijn ook twee grote gotische vensters ingebroken. Bij de verhoging in baksteen lijkt het tufstenen rondboogfries mee te zijn verhuisd. Ook bij de noordmuur, die veel meer tufsteen bevat, is dit gebeurd en daar zijn bij de restauratie twee romaanse vensters gereconstrueerd. De toen vlakbij de transeptarm gevonden knielnissen zijn weer geopend. In het vernieuwde westelijke gedeelte zit een moet van een dichtgemetselde ingang. De zij- maar ook de sluitmuren van de transeptarmen bevatten nog veel tufsteen en ze laten duidelijk de verhoging met baksteen zien. De zuidelijke sluitmuur heeft boven de geprofileerde, korfbogige ingang een groot gotisch venster. De noordzijde heeft in het tufstenen gedeelte in de geveltop een spaarveld dat trapvormig is gesloten. De moeten van de apsiden die beide armen hebben bezeten zijn duidelijk te herkennen.
De muren van het romano-gotische koor zijn van een bijzondere ambachtelijke kwaliteit. Ze kunnen als het hoogtepunt van deze stijl in Groningen worden beschouwd. Het is alsof er gevellagen met nissen over elkaar liggen, een plastisch effect dat wordt verhevigd door lichte verschuivingen in de symmetrie met perspectivische gevolgen. De vensters zijn omlijst met kralen en staan in nissen die levendig gevarieerd worden met nissen gevuld met metselmozaïek. Daarvoor staat een fijn uitgewerkte rondbogenreeks op colonnetten met kapiteeltjes. In de oostelijke geveltop staan klimmende rondboognissen met siermetselwerk tussen colonnetten. Het hoogste driehoekige veld is gevuld met een wafelpatroon.
Inwendig zijn het schip en het transept gedekt door vlakke balkenplafonds. De scheibogen zijn blokvormig gepolychromeerd met zwart, oker en blauw; de geprofileerde triomfboog naar het koor heeft slechts één kleine decoratieve bies. Het koor heeft een fraai romano-gotisch koepelgewelf met acht deels gedecoreerde ribben. De gewelfschelpen kregen decoratieve schilderingen in patronen van allerlei metselmozaïek, van vlecht- tot keperwerk. In de ring waarmee de gewelfribben in het koor zijn vergaard zit een rozet waar in het midden het Lam Gods is afgebeeld en in de passen rondom zijn bladornament en de symbolen van de vier evangelisten te zien. Op de zuidelijke koorwand zijn fragmenten van prachtige schilderingen uit het midden van de 15de eeuw te genieten. Aan het tafereel van de martelaarsdood van Sint-Sebastiaan ontbreekt nogal wat, maar de Mantelmadonna en de tronende Maria met Kind zijn vrij compleet.
In de koorwanden zitten verschillende nissen die voor de liturgie gebruikt zijn, waaronder een piscina. Op de overgang van schip naar zuidelijke transeptarm staat een baldakijn, dat het restant is van een midden 13deeeuwse oksaal, op een zuil met een vroeg-gotisch kapiteel en een borstwering met restanten van beschilderingen. De preekstoel heeft getordeerde zuiltjes op de kuiphoeken en dateert uit het midden van de 17de eeuw.
Locatie
Kerkpad 7 - 9912PB, Leermens
Colofon
Peter Karstkarel