Princessehof
Princessehof
Princessehof
Het Princessehof dankt zijn naam aan prinses Maria Louise van Hessen Kassel, weduwe van de vroeg gestorven stadhouder Johan Willem Friso. Zij betrok dit gebouw in 1731, nadat zij het stadhouderlijk hof, waar haar zoon zich had gevestigd, verliet. De prinses kocht daarom de oude L-vormige adellijke woning het Camminghahuis en het daaraan grenzende gebouw met een brede gevel achter een voorplein aan.
De 15de eeuwse stins, voorzien van een toren met een ui-vormige koepel, bezit een unieke spiltrap, een kelder en verschillende zalen. In 1584 betrok stadhouder Willem Lodewijk het pand. Het aangrenzende rechthoekige gebouw met een pilastergevel en een rijke ornamentiek van guirlandes, engelenkopjes en duivenkapitelen, moet omstreeks 1660 opgetrokken zijn.
Na de aankoop liet Maria Louise het complex door de hofarchitect Anthony Coulon, een leerling van Daniël Marot, verbouwen. Hij voegde aan de brede gevel een mezzanine of halve verdieping toe en creëerde een nieuwe hoofdingang onder in de stinstoren. Coulons grootste ingreep was de toevoeging van het pand aan de westzijde in 1742. Zo ontstond een stadspaleis naar Frans voorbeeld, waarbij hoofdgebouw en de twee vleugels een voorplein insloten. Het gebouw bevatte veel voorname vertrekken waarvan één, de eetkamer, met goudleer en gestuct plafond, nog steeds als stijlkamer te bezichtigen is.
In het gebouw is sinds 1916 het keramiekmuseum het Princessehof gevestigd.
Toegankelijkheid: Het hele jaar geopend van dinsdag t/m zondag, 11.00-17.00 uur.
Locatie
Grote Kerkstraat 11 - 8911 D, Leeuwarden