Bezienswaardigheden in Easterlittens


Heechhout Easterlittens

Het meest fascinerende plekje. Dit betekent dat het mijn mooiste is, maar ook de plek waar soms gevaar dreigde. Het was voor mij een grens. De grens tussen het dorp Easterlittens en de weilanden van Langwert. Op deze grens gebeurde het. Van mijn vijfde tot mijn twaalfde jaar moest ik iedere dag vier keer deze grens passeren, in totaal bijna vijfduizend keer.

Het Heechhout, bijna 3 meter boven het water, was een plek om de Bolswardervaart en de weilanden te overzien, maar als het stormde was het ook een plek om je goed aan de zijkanten vast te houden. Een plek om in de zomer van af te springen, het water in. Maar ook de plek waar ik mijn nieuwe zakmes tussen de planken door liet glippen. Een plek waar zich onguur scheepsvolk ophield, dat volgens de verhalen van spiritus en vis leefde, maar ook een plek die je een uitbundig gevoel gaf als je er voorbij was.

Het Heechhout was in de winter een grens van de vieze klei naar de schone straat in het dorp. Laarzen uit, schoenen aan. Een plek waar tweehonderd jaar geleden de schepen al moesten keren (de draai), met de beroemde herberg Hulckenstein, het tolhuis en de verbinding tussen Easterlittens en het binnenpad naar Winsum.

Een plek om te vissen en, als er ijs was, een plek om onderdoor te schaatsen. Het Heechhout als plek om onderdoor te varen en om platte stenen over het water te laten keilen, te `sweltsjetippen'. De plek met de geuren van kaas, wei en karnemelk van de zuivelfabriek en soms de geur van vuile zwarte rook uit de schoorsteenpijp.

De plek dichtbij het kruiswater van de Bolswarderen Franekervaart, als belangrijkste waterkruispunt in de Greidhoeke. Het Heechhout, nu in 2005, een plek om over de trekwegen langs te fietsen, want dit 'heechhout' ligt in één van de mooiste fietsroutes van Friesland langs het water, van Bolsward naar Leeuwarden. Al met al: het Heechhout bij Easterlittens, mijn mooiste plek in Friesland, vol met herinneringen uit mijn jeugd.

De aan Sint-Margareta gewijde kerk staat op een grotendeels afgegraven terp en dateert oorspronkelijk uit de 12de eeuw. Zij kreeg in de 13de eeuw een rondgesloten koor en is in de 15de eeuw vernieuwd. De enigszins ingedeukte zuidelijke muur bestaat uit gele kloostermoppen en reparaties van kleine gele baksteen, maar in enkele velden zit ook nog tufsteen. In deze muur staan grote spitsbogige vensters en een sierlijke poort uit 1655. De koorsluiting vertoont eenzelfde menging van gele baksteen in verschillende formaten.

Aan de zuidzijde zit een dun spoor van een rondboogvenster en aan de noordzijde een dichtgemetseld geprofileerd venster van dit model. De noordelijke muur buikt wat uit en bevat allerlei bouwmaterialen en kleuren; ook aanzienlijke stukken met tufsteen. Er zijn sporen van kleine, dichtgezette rondboogvensters van verschillende formaten en aan de westzijde van een fraaie, dichtgemetselde ingang, een poort onder een gedrukte segmentboog geplaatst in een geprofileerde spitsboognis die weer is omvat door een rechthoekig rondstaafkader.

De toren is in de kern mogelijk nog romaans. In 1854 is naar ontwerp van Frederik Stoett het zadeldak vervangen door een ingesnoerde spits en de romp ommetseld. Deze laat nu drie geledingen zien met door ondiepe rondboognissen verlevendigde gevelvakken. Op de naald van het kerkdak staat op de overgang van schip naar koor een dakruiter met angelusklokje. Aan de noordzijde is bij de overgang van schip en koor in de 15de eeuw een sacristie aangebouwd die in de 19de eeuw sterk is verbouwd.

De inventaris onder een spitsbogig houten tongewelf dateert voornamelijk uit de 18de eeuw: de lambriseringen, de rijk gesneden preekstoel (1755) met klankbord en de personificaties van de deugden, het doophek met fraaie balusters, de mannen- en vrouwenbanken en de tekstborden. De overhuifde herenbank in ingetogen fraaie renaissancevormen tegenover de preekstoel is al van 1604. De twee rouwborden (1664 en 1695) gedenken leden van de familie Hettinga. Willem Hardorff uit Leeuwarden bouwde in 1867 het orgel dat plaats kreeg op een tribune boven een fraaie scheidingswand uit de 18de eeuw.