Nijsgjirrichheden yn Hantum


Nijemirdum

Panorama Gaasterland is een prachtige belevenis en gratis te zien vanaf de vijftiende-eeuwse toren van mijn woonplaats Nijemirdum. Dorpsbewoners praten liever over 'de toer'. Van Panorama Gaasterland kun je exclusief genieten als de toren open is. Zoals op die zaterdag tijdens Open Monumentendag 2004.

De treden van de smalle stenen trap zijn aardig uitgesleten. In het halfduister klimmen mijn man en ik langs de draaiende trap omhoog. Op de torenzolder hangt de imposante klok, die in 1959 opnieuw is gegoten naar het oorspronkelijke model. Wat dorpskinderen stommelen achter ons aan. Ze krijgen straks de kans de klok van dichtbij te horen luiden. Het is bijna vier uur en dan galmt het zware geluid over dorp en streek. Nog een paar houten trappen en dan staan we bovenin 'de toer'.

Steek je hoofd door het dakraam en geniet van Panorama Gaasterland. Schrijver Inne de Jong, wiens wieg bijna onder de toren van Nijemirdum stond, heeft de emotie van Panorama Gaasterland poëtisch onder woorden gebracht: 'Het vergezicht is hier nog veel mooier dan voor de galmgaten. Een groot stuk van Friesland met de heerlijkste kleuren en de rijkste afwisseling(..). Naar links, over het Klif heen, de blinkende zee, waar kleine (..) boten drijven in een onwezenlijke verte. Recht voor (..) de bossen van Gaasterland met alle tinten van groen en daarachter de zilveren meren, die glinsteren in de avondzon. En overal dorpen, torens en boerderijen, tot aan de trillende horizon'.

Natuurlijk, 'allinnich op grutte hichte is genóch romte foar brede fleugels'. Maar volgens mij verdient Panorama Gaasterland een plekje op aarde net zoals Panorama Mesdag in Den Haag. Dan wordt Gaasterland niet alleen Nationaal Landschap, maar ook Nationaal Kunstbezit.

De Martinuskerk op een hoge terp die ten zuiden en westen van de kerk scherp is afgegraven, is ondanks veranderingen en reparaties een excellent voorbeeld van rijpe romaanse bouwkunst. Het schip met een iets smaller koor en een opnieuw iets versmalde halfronde koorsluiting is aan het einde van de 12de eeuw van tufsteen gebouwd. Dat gebeurde met een gereduceerd westwerk, dat in 1808 is vervangen door een half ingebouwde kloeke toren. Het schip heeft een geleding met rondbogige spaarvelden tussen lisenen die met een fijn kraalprofiel zijn versierd. De lisenen op de overgang van schip naar koor zijn iets steviger. De spaarvelden in het koor zijn iets kleiner en hier zijn de rondbogen fraai behakt in de vorm van diamantkoppen.

De kerk is bij vernieuwing van de kap in het tweede kwart van de 16de eeuw verhoogd in baksteen. De noordmuur heeft vrij hoge romaanse rondboogvensters; het koor een nog hoger exemplaar dat met baksteen is dichtgemetseld. In de zuidmuur en in het koor zijn in verschillende perioden nieuwe vensters in het muurwerk gebroken. In de schipmuur verstoren de spitsboogvensters het metrum van spaarnissen sterk. De rondboogvensters in het koor doorsnijden bijna de fraaie boognissen. De toren rijst ongeleed op en heeft een ingesnoerde spits en beneden aanbouwen.

Inwendig wordt de kerkruimte overdekt door een houten tongewelf met trekbalken, korbelen en muurstijlen uit het tweede kwart van de 16de eeuw. Aan de zuidelijke zijde van de koorsluiting is een piscina te zien die uitwendig niet zichtbaar is. Daarboven is een klein spoor van geschilderd rankwerk op de muur te zien. In de koorsluiting is het kerkzegel met opspringend paard in het venster verwerkt. De preekstoel met klankbord uit 1715 heeft op de kuiphoeken getordeerde en omrankte zuilen en hij staat binnen een doophek met balusters en een gietijzeren doopboog uit 1862. De banken tegenover de dooptuin hebben degelijke balusters. Het orgel op de westelijke galerij is in 1876 gebouwd door Willem Hardorff.