Unfortunately, at the moment we can provide only parts of this website in the English language. For those parts of the website that not yet have been translated we recommend use of the Google Translate option next to the title of the item.
Midlum
Midlum is een terpdorp en eeuwenlang een vooruitgeschoven post van Franekeradeel geweest. Het is ontstaan op een van de terpen die hier, zo dichtbij de zee, nogal dicht gezaaid waren. Het dorp was het eerste aan de rijweg, de Witteweg, van Harlingen naar Leeuwarden. De bedrijvige Koningsbuurt hoorde er ook bij. Daar stonden onder meer tichelwerken, kalkbranderijen en leerlooierijen. De kerk was in de Middeleeuwen een dochterkerk van de augustijner abdij Ludingakerk die tussen Harlingen en Achlum lag.
Het dorp met zijn Koningsbuurt is jaren geleden bij de stad Harlingen gevoegd. De kerk staat op een rechthoekige, vrij hoge terprest waar het dorp met hier en daar enige oude bebouwing onmiddellijk omheen gegroepeerd is. Aan de westzijde staan agrarische gebouwen en aan de noordoostzijde een groep gerestaureerde diaconiewoninkjes met gevelankers (1702). Langs de oude rijweg staat ook nog enige 19de en vroeg-20ste-eeuwse bebouwing, waartussen een voormalige smidse. Verder is het dorp, pas na 1950 sterk uitgebreid met volkswoningen en later met woningen in de vrije sector. Dat is in stroken ten noorden en oosten van de kerk maar vooral ten zuiden van de Leeuwarderweg gebeurd.
De kerk op het vrij ruime en hoge, door een ligusterhaag omzoomde kerkhof dateert grotendeels uit het begin van de 13de eeuw, maar zij heeft veel verbouwingen ondergaan. Vooral de toren, die in de 18de eeuw een elegante bekroning van een lantaarn bezat, is sterk gewijzigd. Hij is in 1810 verlaagd en voorzien van een achtkante ingesnoerde spits. Deze toren is helemaal van geel baksteenmateriaal, deels moppen en merendeels kleine drielingen opgetrokken. Aan het begin van de 20ste eeuw is de kerk opgeknapt, ommetseld, met uitzondering van de noordgevel die nog gele kloostermoppen laat zien. De zuidelijke muur is bepleisterd. Rond de ingang en de rondboogvensters steken de dagkanten van bruine mangaansteen uit. In het driezijdig gesloten koor zijn enige bouwsporen van vroegere openingen te zien, maar vooral de noordmuur is mededeelzaam met allerlei sporen van vensters en poortopeningen. Bij de toren staat een waarschijnlijk 18de-eeuwse zerk met een pracht van een afbeelding in hoog reliëf van een molen met schuren en zagerijen.
Colofon
Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel