|

Harkema


Harkema
©: Hendrik van Kampen

Harkema is een jong en in de jongste tijd sterk gegroeid streekdorp met een verleden als heidedorp. Harkema kent allerlei varianten aan namen: vroeger was het Harkema Opeinde, maar om verwarring te voorkomen met de Smallingerlandster en Groninger Opeindes, werd Harkema voorgevoegd. In het Fries wordt ook gesproken van Harkema Opein, Hamster Pein maar meestal kortweg De Harkema.

De Hamster Pein, nu ressorterend onder Drogeham, is een agrarische streek in het noorden, aan de doorgaande weg tussen Drogeham en Augustinusga. Daar ligt de oorsprong van het dorp waaronder toen ook nog de agrarische streek Buweklooster hoorde. In het midden van de 19de eeuw wordt nog geschreven dat zuidwaarts van Hamster Pein uitgestrekte, onbebouwde heidevelden liggen. Juist toen vestigden de eerste arme bewoners zich op de heide, die in de eeuwen daarvoor was afgeveend. Vestigen en bewoners zijn in dit verband grote woorden. De heidebewoners zochten een plekje, trokken in een dag een heidehut of spitkeet op en probeerden er te overleven met losse arbeid. De mannen en jongens trokken soms naar heinde en ver om met seizoensarbeid wat te verdienen om de winter door te komen. Brandstof werd gewonnen uit de zogenoemde bulten, resten van de verveningen. Er werden matten en bezems gemaakt die werden uitgevent.

Dat ontstaan van een nederzetting van zeer losse, zelfgebouwde onderkomens heeft de mentaliteit en daarmee de sfeer voor altijd bepaald. In de Friese encyclopedie van 1958 staat een rake karakteristiek: ‘Harkema is een arbeidersdorp met verspreide bebouwing, de bevolking is zeer aan de streek gehecht en emigreert moeilijk. De werkloosheid is groot (febr. 1956 26% van de mannelijke beroepsbevolking), vooral onder losse landarbeiders en grondwerkers, met afkeer van fabrieksarbeid. Harkema oriënteert zich na de nijpende armoede in de 19de eeuw langzamerhand in ander soort werk, maar heeft te kampen met zijn verleden, innerlijke onzekerheid en gebrek aan begrip van de buitenwereld.’

Die onzekerheid is niet te merken aan de bouwactiviteiten in het dorp. De bevolking, sinds 1958 met 55% gegroeid, heeft het dorp grotendeels gevormd. Het zelf ontwerpen en bouwen van woningen komt er opvallend veel voor. Sindsdien is de structuur van het dorp, die voornamelijk bestond uit bebouwing langs uit elkaar liggende wegen, verdicht en is Harkema compacter geworden. Op veel plaatsen staan woningen en bedrijven schijnbaar zonder veel plan door elkaar. Aan de westzijde liggen bedrijventerreinen.

Het verleden van het heidedorp kan op twee plaatsen nog worden beleefd. In de oorspronkelijke setting aan de Mûntsegroppe, een zandweg die van Hamsherne in het noorden naar Rottevalle in het zuiden loopt en deels de scheiding vormt tussen de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Ter hoogte van Harkema staat aan deze zandweg een reeks in 1919 gebouwde arbeiderswoningen op ruime kampen land. Ze hebben het karakter van een kleine boerderij omdat achter het voorhuis de kapschilden doorschieten en een schuur vormen voor kleinvee of akkerbouwproducten. De woningen vormen in het grotendeels ontgonnen gebied met ook nog stukjes heide een gaaf geheel dat duidelijk maakt hoe deze omgeving aan het begin van de 20ste eeuw in cultuur werd gebracht. Zuidelijker, nabij de Betonwei staan nog twee van de in totaal 22 door de woningstichting in 1912 gebouwde ontginningsboerderijtjes. Ze zijn de aanleiding geweest tot het stichten van het themapark de Spitkeet waar met ondermeer een plaggenhut het wonen en werken op de heide wordt getoond.

Ten noorden ligt aan de Nieuwe of Compagnonsvaart de bij Augustinusga horende buurt Roodeschuur en ten westen daarvan Buweklooster, dat nu bij Drogeham wordt gerekend, maar vanouds bij Harkema hoort. Het premonstratenzer klooster is in 1242 door Bouwe of Buwe Harkema gesticht, dezelfde persoon die Harkema zijn naam heeft gegeven. Tegen het midden van de 19de eeuw was er nog muurwerk van het klooster te zien. Buweklooster is nu een buurschap met aan de oostzijde grote boerderijen, waaronder een monumentale uit 1807. Via een zandpad kan het kleine kerkhof met klokkenstoel worden bereikt.

Colofon

Uitgeverij: NoordBoek - Auteur: Peter Karstkarel

© Foto voorblad: Hendrik van Kampen
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s